Waarom gebruikt de Katholieke Kerk kaarsen?

 
Advents kransen, Paaskaarsen, de kaarsen die een teken zijn van de aanwezigheid van een lichaam bij een uitvaart en van het Lichaam van Christus bij de Eucharistie, zijn voorbeelden van het gebruik van kaarsen door de Kerk. En dit is ook overgenomen door wereld, kaarsen en lampjes bij Kerstmis en andere feesten. Zoals alles dat we doen, gaat de ceremoniële gebruik van kaarsen ver terug in het verleden.
 
De oude Grieken en Romeinen gebruikten kaarsen. En het is ook universeel, het word overal op de wereld gebruikt in folklore en het is een belangrijke element in religie.
 
In de Joodse cultuur heb je de Jahrzeit kaarsen en het opsteken van kaarsen tijdens de Sabbat en op de Menorah zijn heel belangrijk in hun cultuur.
 
Maar waarom gebruikt de Katholieke Kerk kaarsen, en kan je die vergelijken met andere religies en folkloren?
 
Alexander de Grote nam een geroemde kaarsenstandaard van een tempel in Thebes die de vorm had van een hangende boom met kaarsen die gevormd waren als fruit, bijna als een Kerstboom, het werd daarna bijgezet in een Tempel voor Apollo in Rome.
 


   
Eeuwige vuren werden gezet op de menorah in de Tempel van Jerusalem, als een symboolvan de Aanwezigheid van God in de Ark van het Verbond.
 
Het feit is dat licht meer dan symbolisch is in het Oude Testament. God Zelf verbleef in het Heilige der Heiligen als een wolk van licht, de shekinah.
 
Christus en de Heilige Geest hebben natuurlijk ook hun Goddelijke Aanwezigheid op dezelfde manier uitgedrukt. Christus noemde Zichzelf het Licht van de Wereld, (Johannes 8:12 ; 9:5 ; 12:46), en tijdens de Gedaanteverandering, "scheen zijn gezicht als de Zon”, (Mattheüs 17:2) terwijl de Vader uit een fel verlichte wolk sprak, net als de shekinah uit het Heilige der Heiligen.
 
En natuurlijk tijdens Pinksteren verscheen de Heilige Geest als tongen van vuur (Handelingen 2:3). Deze gebeurtenissen en de profetie uit Openbaringen (1:14-15), versterken de gedachte dat lichte de aanwezigheid van God laat zich.
 
Later begonnen Christenen het gebruik van licht en vuur in associatie met Christelijke ceremoniën. Er waren toen al leiders die het gebruik door christenen niet goed keurden vanwege de associatie met heidense religies.
 
Maar ondanks dit bleven de gewone mensen in de straten kaarsen gebruiken tijdens uitvaarten en lampen in de catacomben, als een symbool van eeuwige leven, van hoop en over het juichen over het nieuwe leven dat begon en als altijd, als een symbool van God’s Aanwezigheid.
 
Heronymus, de beroemden Kerkvader zei hierover dat het geen kwaad kon, als Christenen kaarsen opsteken om martelaren en heiligen te eren, er is niets mis met het opsteken van een kaars of lamp. Hij waarschuwde wel om het niet te gebruiken als heidenen voor hun afgodsbeelden.
 
Natuurlijk is het verkeerd van de heidenen om dit voor hun afgoden te doen, maar we doen dit als Christenen, niet alsof de handeling iets goeds voor ons zal doen maar alleen als een symbool en we weten het verschil.
 
En in de Kerken in het Oosten hebben ze ook brandende kaarsen als het Evangelie word gelezen. Dit gebruik zie je ook in de kerken in het Westen.
 
Er is getuigenis van het gebruik van kaarsen in de Liturgie van de Kerk uit de 4e eeuw, en bij de gebruik tijdens uitvaarten doop, ordinatie en natuurlijk tijdens de Eucharistie. En in de 12e eeuw A.D. werd het gebruikt in alle kerken. En olielampen werden vervangen door kaarsen.
 
Het werd op het Altaar gezet om de Aanwezigheid van Christus in de Eucharistie te onderschrijven.
 
Tijdens de Reformatie hebben de Protestanten de richtlijnen van het gebruik van kaarsen door St. Hyronymus verworpen. Het werd verboden, officieus, er zijn Protestanten die de oude gebruik door Christenen eerden. En nu is dat ook anders bij vele Christelijke kerken.
 
De symboliek van licht is heel sterk in het westen. Er zijn nog steeds mensen die een beetje ambivalent zijn over de beschikbaarheid in Kerken en sommigen zelfs archwanend. Maar het is niets meer dan een oude gebruik en eerwaardige teken van waakzaam wachten, net als je en kaars op het venster zet in afwachting op de komst van iemand.
 
De kaars is ook het symbool van de Drieënheid, omdat het uit drie elementen bestaat.
 
En het kaarsvet ook als symbool voor Christus’ lichaam, het pit van de kaars als Zijn Ziel en het vlam als Zijn Goddelijke natuur.
 
Op die manier wordt het opbranden van de kaars gezien als Christus’ offer op het Kruis. Kort daarna werd de rituele gebruik van kaarsen opgedeeld in drie grote devisies die nog steeds gelden. 
 
1.) Ze symboliseren God’s Aanwezigheid, in het bijzonder de Aanwezigheid van Christus als het Licht van de Wereld, en het toejuichen door ons van die Aanwezigheid.
2.) Ze kunnen aangeboden worden als een handeling van devotie. Als in votive lichten.
3.) Of, als ze gezegend zijn, worden ze sacramentaliën, ,objecten voor de ziel- en om symbolisch en feitelijk, net als elke sacramenteel mits goed gebruikt – om de krachten van het duisternis te verdrijven.