Tweede zondag na Pasen

 
Epistel
1 Petr. 2, 21-25
Veelgeliefden, Christus heeft voor ons geleden en u een voorbeeld nagelaten, opdat gij Zijn voetstappen zoudt volgen.
Want zonde heeft Hij nooit bedreven, en er werd geen bedrog gevonden in Zijn mond; en toen Hij gescholden werd, schold Hij niet terug; toen Hij leed, uitte Hij geen bedreiging; maar Hij gaf Zich over aan degene, die Hem onrechtvaardig veroordeelde.
Hij heeft onze zonden in Zijn lichaam gedragen tot op het kruishout, opdat wij afgestorven zouden zijn aan de zonde, en voor de gerechtigheid zouden leven.
Door Zijn striemen zijt gij genezen.
Want gij waart als ronddolende schapen, maar nu zijt gij teruggebracht tot de herder en de bewaker van uw zielen.
 
Evangelie
Joh. 10, 11-16
In die tijd zei Jezus tot de farizeën: Ik ben de goede Herder.
De goede herder geeft zijn leven voor zijn schapen.
Maar iemand, die huurling is en geen herder - aan wie de schapen niet toebehoren - hij laat, als hij de wolf ziet aankomen, de schapen in de steek, en gaat op de vlucht.
En de wolf rooft en verstrooit de schapen.
Een huurling nu neemt de vlucht, omdat hij maar een huurling is, en geen hart heeft voor de schapen.
Ik ben de goede Herder, en Ik ken Mijn schapen en Mijn schapen kennen Mij, evenals de Vader Mij kent, en Ik de Vader ken.
En Ik geef Mijn leven voor Mijn schapen.
Ook nog andere schapen heb Ik, die niet van deze schaapstal zijn; ook die moet Ik er heen voeren, en zij zullen luisteren naar Mijn stem; en zo zal het worden: één Schaapstal en één Herder.
 
 
 
 
 
 
 
 


 

Afbeelding invoegen