In de wereld, maar niet van de wereld

Broeders en zusters in Christus,
Deze zondag geeft Jezus ons als voorbeeld een onrechtvaardig iemand.
Voor ons gevoel heel vreemd, maar dat ene zinnetje mag ons aan het denken zetten: "De kinderen van deze wereld, gaan onder elkander met meer overleg te werk dan de kinderen van het licht”.
We zijn allemaal kinderen van deze wereld, wij voelen ons hier goed bij omdat wij eigenlijk dat ook zo graag willen zijn.
Dit blijkt heel duidelijk uit allerlei opmerkingen waaruit blijkt dat men mee wil tellen in deze wereld: Je moet met de tijd meegaan.
Dat is niet meer van deze tijd.
Hij of zij wil zeker de klok weer terugdraaien.
Dat moet toch kunnen, we leven niet meer in het jaar nul.
En zo kan ik er nog wel enkelen opschrijven.
 

Afbeelding invoegen

Ja, hoe vaak wordt dit niet gezegd, niet alleen over dingen die in de wereld gebeuren, maar ook binnen de kerk en het kerkelijk leven.
Doe niet zo ouderwets!
Ben je van voor de oorlog?
Wat zal nu de betekenis zijn van: " Dat moet tegenwoordig toch kunnen?
Is het misschien omdat we de dingen niet meer in de hand hebben, dat we er niet meer tegen op kunnen?
Zijn we bang om er iets over te zeggen en verschuilen we ons achter de grootste groep?
Want stel je nu voor dat je er niet aan mee doet of dat je er wat van zegt.
Dat je er tegen in gaat en voor je mening uitkomt, ja, dan hoor je er niet meer bij.
Andermans eigendommen vernielen, overmatig gebruik van genotsmiddelen, drugs, vrije seks, allerlei buitensporigheden, allerlei regels en wetten aan je laars lappen, respectloos met elkaar omgaan, geestelijk en/of lichamelijk mishandelen, elkaar naar het leven staan en zelfs over het leven van anderen beslissen, dat moet toch allemaal kunnen of misschien schrikken we even, maar dan..?
Of je het leuk vindt of niet, of je er aan toe bent of niet, of God het wil of niet, het moet gewoon kunnen, we leven nu!
De kinderen van deze wereld, de kinderen van deze tijd.
Maar, beste mensen, waar willen wij bij horen?
In het evangelie zegt Jezus ons: "De kinderen van deze wereld gaan onder elkaar met meer overleg te werk dan de kinderen van het licht”.
Hij zet hier twee groepen tegenover elkaar: de kinderen van de wereld en de kinderen van het licht.
Je kunt niet God dienen en ook het geld, de mammon.
Je kunt geen twee heren dienen.
Als volgeling van Christus, het bij Christus horen, betekent dat wij geroepen zijn, dat wij herboren zijn om kinderen van het Licht te zijn.
Dat wij Hem volgen die gezegd heeft: "Ik ben het licht der wereld, wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten”.
En dit heeft heus niet als gevolg dat we nu zo heel anders zijn, dat we dan niet meer met beide benen op de grond staan.
In tegendeel, we blijven gewoon mensen met onze wensen en dromen, met onze goede en minder goede kanten, met onze fouten en tekortkomingen.
Maar toch ook weer heel anders, wel midden in de wereld, maar niet van de wereld.
Sterk en toch mild, creatief met dingen omgaan maar wel consequent, plooibaar maar principieel, nuchter en toch gelovig.
We zoeken een weg door deze wereld, wetende dat God ons leidt.
We hebben soms ook onze twijfels, maar ons vertrouwen op God zal het winnen.
We zijn soms angstig over de toekomst, wat staat ons te wachten?, maar we durven het aan want God zal ons helpen en bijstaan.
Het geloof in God kan niets of niemand ons afnemen.
God een centrale plaats geven in ons leven van alle dag is hierbij van groot belang.
Niet God als een soort leuke bijkomstigheid, om ons geweten te sussen, een feestdagengevoel, Iemand waar we naar toe kunnen gaan als we problemen hebben en in de put zitten.
God gebruiken om ons lekker te voelen, een soort gelegenheidsgeloof. Nee, we moeten juist het leven in de wereld gebruiken om dichter bij God te kunnen zijn!
Beste mensen, we worden gevraagd goede en verstandige rentmeesters te zijn.
Om alles in deze wereld te gebruiken om kinderen van het licht, kinderen van God te kunnen zijn.
Zoals de onrechtvaardige rentmeester, zo moeten ook wij met vooruitziende blik ons niet laten verstrooien door de tegenwoordige moeilijkheden, maar vooruitzien naar de toekomst .
Wat voor de rentmeester het geld was, dat is voor ons God en de hemel.
Daarvan moeten en mogen wij ons niet laten afleiden.
Amen.
 
Hans Smits