Heilige MARGARETA MARIA ALOCOQUE*

 
Heilige MARGARETA MARIA ALOCOQUE, Maagd.
Sterfdag: 17 october 1690.
Graf: Paray-le-Monial in het klooster van de Visitatie.
Leven: De heilige werd op 22 juli 1647 geboren in Leautecour (Bourgogne) uit adellijke maar verarmde ouders.
Na een jeugd die rijk was aan uiteenlopende lotgevallen en beproevingen, maar ook aan hemelse begenadiging, trad zij in 1671 in het door ijver en boetegestrengheid uitmuntende klooster van de Visitatie te Paray-le-Monial.
Weinig geschikt voor huishoudelijke arbeid, kenmerkte zij zich door buitengewone genade gaven, die lang het wantrouwen van de oversten opwekten.
Voor de gehele kerk is zij daardoor van betekenis, dat door haar de verering van het Allerheiligst Hart bekend werd gemaakt, wat tenslotte tot de invoering van het feest van het Allerheiligst hart van Jezus leidde.
Drie grote openbaringen vielen de schuchtere en deemoedige maagd ten deel, waarin haar de betekenis van de godsvrucht tot het allerheiligst Hart van Jezus, de z.g. grote belofte werd meegedeeld.
Paus Benediktus XV nam haar in 1920 onder de heiligen op.
Pius XI schreef in 1929 het Officie en de Mis algemeen voor.

Toepassing: De verering van het Goddelijk Hart van JEZUS heeft tot grote inhoud de grenzeloze liefde, die de Godmens in zijn Hart ons toedraagt en die Hij vooral zijn lijden en in de heilige eucharistie op zo wonderbare wijze heeft geopenbaard.
Liefde, Lijden en het Lichaam van Jezus zijn het korte begrip van deze godsvrucht. 
 

Afbeelding invoegen

In het breviergebed lezen we als homilie gedeelten uit de geschriften van de heilige Franciscus van Sales, de stichter van de Orde van de Visitatie (waartoe de heilige Margareta behoorde) een zeldzaam geval dat een heilige van de zeventiende eeuw in de lessen aan het woord komt:
"Er bestaat geen andere wetenschap dan die van de Heilige GEEST.
Deze valt echter alleen aan de deemoedigen ten deel.
Hebben wij niet reeds grote theologen gezien, die wonderbare dingen over de deugden wisten te zeggen, maar zelf geen deugd beoefenden?
En van de andere kant kennen wij talloze vrouwen, die niets omtrent de deugden wisten te vertellen, maar die de werken van de deugd naar behoren wisten te vervullen.
Haar vervult de Heilige GEEST met wijsheid.
Want zij bezitten zowel vrees voor de Heer als godsvrucht en nederigheid.
Onze Heer, de grote en verheven Geneesheer van onze zwakheden, liet, vóór Hij in deze wereld kwam, door zijn profeet duidelijk bekend maken: "Wat gebroken is, zal ik verbinden, wat zwak is verstevigen."
Hij Zelf echter zegt: "Komt allen tot Mij, die belast en beladen zijt en ik zal u verkwikken."
Verwondert het ons dus, als we Hem zien omringd door zieken., zondaars en tollenaars?
Bestaat niet juist daarin de roem van de geneesheer, dat de zieken hem opzoeken?
Hij draagt onze ellenden, ja, Hij adelt ze, aan zijn Hart legt Hij de ellende, Hij toont Zijn zijde.
Maar dan moeten wij Hem wederliefde betonen, die ons eens zijn wonden uit liefde heeft getoond, maar die ze eens zal tonen in gramschap en verontwaardiging.
Geef, goede Jezus, dat wij de vrede, die Gij aanbiedt, aanvaarden en dat wij Uw wonden beschouwen en dat wij, zolang als Geloof, Hoop en Liefde bestaan, geworteld in het Geloof en blij in de Hoop en brandend van Liefde de zalige hoop verwachten en Uw komst.
Mogen wij dan bij Uw komst U, het Lam ter rechter en niet de leeuw ter linker zien.
Mogen wij dan in plaats van het geloof de aanschouwing, in plaats van de hoop het bezit, en in plaats van onze onvolmaakte liefde, de volmaakte Liefde hebben, waarin wij ons in eeuwigheid zullen verheugen.
Amen!