Heilige HIËRONIMUS*

 
Heilige HIËRONIMUS: Priester & Kerkleraar.
Sterfdag 30 September 420.
Graf: te Bethlehem bij de kribbe van de Heer.
Leven: Sophronius,Eusebius, Hiëronimus is geboren ca.340 bij Aquilea aan de Dalmatische kust.
Hij kreeg onderwijs in de letteren van zijn vader en ging daarna naar Rome om zijn kennis van taal en filosofie te verbeteren o.a. bij de beroemde grammaticus Donatus.
Hij wijdde zich daarna aan de studie der retorica in Gallië en in Trier, waar hij werken voor zijn bibliotheek overschreef.
In 366 ontving hij als volwassene het Heilig Doopsel, daarna legde hij zich toe op de theologische studiën.
In het Heilig Land verdiepte hij zich in de studie van het Hebreeuws;
In Antiochië ontving hij de Priesterwijding.
Dan keerde hij naar Rome, naar Paus Damasus terug, die hem tot de vertaling van de Heilige SCHRIFT aanspoorde.
In 386 ging hij weer naar het Heilige Land en koos Bethlehem als zijn woonplaats.
Hier bij de wieg van de Heer ontstond spoedig een klooster van monniken, dat hij bestuurde en een zusterklooster aan het hoofd waarvan een weduwe Paula, stond.
Hij stierf in hoge ouderdom (bijna negentig jaar oud).
Aan hem danken wij de invoering van het Alleluja gezang in de zondagse Hoogmis, de bevordering van het monnikenleven onder de Romeinse patriciërs geslachten en het dagelijks bidden van het brevier.
 
HIËRONUMUS is één van de vier grote Kerkvaders van het Westen;
Zijn grote verdienste voor de Kerk van CHRISTUS is de vertaling van de H.SCHRIFT;  
 

Afbeelding invoegen

Het is de rijpe vrucht van zijn ingespannen studies; de vertaling is thans nog in de Kerk officieel in gebruik als: de VULGATA.
Ook als Bijbel-kenner overtrof hij ver al zijn tijdgenoten.
Zeer in trek waren in de Middeleeuwen zijn brieven.
HIËRONIMUS werd al bij zijn leven als de grootste taalkundige van zijn tijd erkend;
Hij was zeer bedreven in de Griekse taal en literatuur evenals in de Latijnse; als kenner van het Hebreeuws is hij in de Oude Tijd uniek.
Als mens was hij van een buitengewoon vurig temperament, was een LEEUW onder de Kerkvaders en had een strijdlustige natuur.
Aan Paus Damasus schreef hij de gedenkwaardige woorden: (Epistolae):
 
"Ik wil dus in gemeenschap met Uwe Heiligheid, d.w.z. met de Stoel van Petrus blijven. Ik weet, dat ‘op deze rots’ de Kerk is gebouwd . "Extra Ecclesia Nulla Salus" : Buiten de Kerk is er geen Zaligheid.
Wie buiten de Kerk het LAM nuttigt is goddeloos.
Wie buiten de Kerk des Heren staat, kan niet rein zijn".

"Nulla Dies sine Linea…": geen dag zonder lezing uit de Heilige SCHRIFT!
Het is de heerlijke gewoonte van de Kerk…op gedenkdagen van een Heilige iets uit zijn geschriften te lezen.
Zo lezen we vandaag op de gedenkdag van de Heilige HIËRONIMUS een Homilie op het Evangelie van de dag: "Als zout worden de Apostelen en leraren aangeduid, omdat door hen het gehele menselijk geslacht gezouten is.
Maar wanneer het zout zijn kracht verliest, waarmee moet dan gezouten worden?
Als de leraar in dwaling is door welke andere leraar zal hij dan terecht worden gewezen?
‘Tot niets deugt het meer, dan om weg geworpen te worden en door mensen vertreden te worden’.
Het voorbeeld is aan de arbeid op het veld ontleend.
Zoals namelijk het zout noodzakelijk is om de spijzen te zouten en om het vlees te bewaren, zo heeft het geen ander doel.
Ja, wij lezen in de SCHRIFT, dat vele steden uit gramschap van de overwinnaar met zout werden bestrooid, opdat geen kiem meer ontspruiten zou. De leraren en Bisschoppen geven dus acht en zien toe, hoe de krachtigen op krachtige wijze pijnen moeten verduren en dat er geen geneesmiddel daartegen bestaat, maar de Val van de leiders naar de afgrond voert.
Gij zijt het ‘licht’ der wereld, een stad op de berg gebouwd, kan niet verborgen blijven en men steekt geen licht aan om onder de korenmaat te plaatsen, maar op de kandelaar, opdat het allen licht geve, die in huis zijn".
Hij vermaant tot vertrouwen bij het preken, opdat de apostelen zich niet uit vrees verbergen en op een onder de korenmaat geplaatst licht gelijken, maar opdat zij met volle vrijmoedigheid optreden, om hetgeen zij in de binnenkamers hebben gehoord van de daken verkondigen.