Goede Vrijdag

 
Goede Vrijdag is de vrijdag vóór Pasen. De Kerk herdenkt dat Jezus Christus werd gegeseld, aan het kruis genageld en stierf. Door zijn kruisdood, zo leert de kerk, heeft Jezus Christus ons van onze zonden verlost.

Goede dag
Goede Vrijdag is de droevigste dag van het kerkelijk jaar in het algemeen en van het Paasfeest in het bijzonder. Het lijden en sterven van Jezus staan centraal. Toch spreekt de Kerk van ‘Goede' Vrijdag. Het woord ‘Goede’ herinnert er namelijk aan dat Jezus is gestorven om ons van onze zonden te verlossen.

Offer
Er zijn veel overeenkomsten tussen het christelijke Pasen en het joodse Pesach. Op Goede Vrijdag wordt dit, net als op Witte Donderdag, goed duidelijk. Tijdens Pesach slachtten de joden een paaslam, om zich van dood en ellende te vrijwaren. Op Goede Vrijdag is Jezus voor de christenen het paaslam: Hij is het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt.

Passio
Tijdens hun Pesachfeest herdenken de joden dat God hen uit de Egyptische slavernij heeft geleid. Daarbij staat de doorgang door de Rode Zee centraal. Het Latijnse woord voor ‘doorgang’ is passio. Ook de lijdensgeschiedenis van Jezus wordt vaak aangeduid met de term passio, in het Nederlands: Passie. De passie van Christus is de doorgang die hij, door lijden en sterven, naar zijn Verrijzenis heeft gemaakt.

Kajafas
De gebeurtenissen van Goede Vrijdag komen in de vier evangeliën in grote lijnen overeen. De Joodse schriftgeleerden, aangevoerd door hogepriester Kajafas, beschuldigen Jezus van godslastering. Aangezien zij Jezus' dood wensen, en zij hem als Joden zelf niet ter dood mogen brengen, leveren zij hem uit aan de Romeinse stadhouder Pilatus.

Pilatus
Het valt de Romein Pilatus zwaar om Jezus te veroordelen. Meerdere malen maakt hij de Joodse aanklagers duidelijk geen schuld te kunnen vinden in deze zogenaamde ‘koning der Joden’. Hij laat de Joden zelfs kiezen tussen de vrijlating van Jezus of die van de gevreesde rover Barabas. De menigte kiest voor Barabas. Pilatus laat Jezus dan geselen, en toont hem, getooid met doornenkroon en purperen kleed, aan de menigte: "Zie, de mens" (Latijn: Ecce homo). De menigte heft daarop een dreigend "Kruisig hem" aan. Uiteindelijk geeft Pilatus toe: Jezus zal aan het kruis ter dood worden gebracht. Gelaten wast de Romein zijn handen, zeggende "Ik ben onschuldig aan dit bloed. U moet het zelf maar zien." (Matt. 27, 24) Hier komt de uitdrukking ‘zijn handen in onschuld wassen’ vandaan.
"Heden is het ‘Hosanna!’, morgen ‘Kruisig hem!’" De traditie leert dat de menigte die bij Pilatus het "Kruisig hem!" uitroept, dezelfde menigte is die nog geen week eerder, op Palmzondag, Jezus met een luid "Hosanna!" in Jeruzalem heeft ingehaald. Hier komt de Nederlandse uitdrukking "Heden is het ‘Hosanna!", morgen ‘Kruisig hem!" vandaan, die in het verleden vaak gebruikt werd om de onbestendigheid van de volksgunst te illustreren.

Naar Golgotha
Jezus begint na het oordeel van Pilatus aan zijn gang naar Golgatha, de schedelvormige berg – letterlijk: Schedelplaats – die even buiten de stad ligt. Hij wordt beschimpt en mishandeld door de soldaten die hem meevoeren. De Bijbel vermeldt over deze weg naar het kruis slechts dat Simon van Cyrene, een toeschouwer, wordt ingeschakeld om het kruis voor Jezus te dragen en dat Jezus een aantal wenende vrouwen toespreekt.

Kruisiging
Jezus wordt, boven op de schedelberg aangekomen, aan het kruis genageld. Aan weerszijden hangt een misdadiger. Eén van hen bekeert zich ter plekke. Soldaten verloten de kleren van Jezus, geven hem zure wijn, bespotten zijn machteloosheid en voorzien zijn kruis van het opschrift "Koning der Joden".

Overlijden
De laatste woorden die Jezus aan het kruis spreekt zijn niet in alle evangeliën gelijk. Lucas laat Jezus de geest geven met de woorden: "Vader, in uw handen leg ik mijn geest". Volgens Johannes, die veel nadruk legt op de vervulling der Schrift door deze gebeurtenissen, sterft Jezus terwijl hij zegt: "Het is volbracht". Dit is een verwijzing naar de laatste regel van Psalm 22.

"Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?"
Marcus en Matteüs benadrukken de vervulling van de Schrift evenzeer als Johannes, door Jezus te laten uitroepen: "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?". Deze uitroep vormt het wanhopige begin van Psalm 22, een gebedstekst die als geheel juist blijk geeft van het grootst mogelijke Godsvertrouwen. Veel commentatoren ontgaat het belang van Psalm 22 in dit verband. Als zij lezen dat Jezus op de drempel van zijn Kruisdood heeft geroepen "Mijn God, mijn God, waarom hebt gij mij verlaten?", willen zij deze uitroep nogal eens duiden als een moment van Godsverlatenheid. Marcus en Mattheus willen hier juist het tegendeel uitdrukken.

Natuur in opstand
Nadat Jezus, de Zoon van God, aan het Kruis is gestorven, komt de natuur in opstand: de zon wordt verduisterd, de aarde beeft en het voorhangsel van de Joodse tempel scheurt doormidden.

Begrafenis
Jozef van Arimathéa, lid van de Joodse raad en in het geheim een volgeling van Jezus, gaat tegen de avond naar Pilatus. Deze willigt het verzoek van Jozef om Jezus’ lichaam mee te nemen in. Jozef wikkelt het lichaam van Jezus in linnen. Onder het toeziend oog van enkele van Jezus’ vrouwelijke bekenden legt Jozef het lichaam vervolgens in een in de rotsen uitgehouwen graf, en wentelt daarna een grote steen voor de ingang.

Plechtigheid
De liturgische plechtigheid ter herdenking van de kruisdood van Jezus wordt op Goede Vrijdag bij voorkeur gehouden rond drie uur in de middag, het tijdstip waarop Christus stierf. In de kerk is de godslamp gedoofd, ten teken van de afwezigheid van het Lichaam van Christus in het tabernakel. Het altaar is volledig kaal, dus ontdaan van kruis, kandelaren en iedere verdere aankleding. De liturgische kleur is rood: een verwijzing naar het lijden en het vergoten bloed van Christus.

Drievoudige verbeelding
Lijden en dood van Jezus Christus worden op Goede Vrijdag in de liturgie drievoudig ‘verbeeld’: in de dienst van het woord, in de kruisvertoning en -verering en in het ontvangen van de hostie in een communieviering. Paus Benedictus XIV (1740-1758) schreef hierover: "Alle ceremoniën hebben thans tot doel om ons Jezus’ lijden levendig voor ogen te brengen en onze harten bij die aanblik te beroeren, opdat wij ons bereid maken om van de vrucht van Zijn lijden ons deel te mogen ontvangen".

Dienst van het woord
Tijdens de Dienst van het Woord op Goede Vrijdag staat het lijdensverhaal volgens Johannes centraal. Johannes toont met zijn Evangelie aan dat Jezus Christus de Messias was, over wie reeds in het Oude Testament werd geprofeteerd. Om dit te bevestigen gaat in de kerk aan de lezing van Johannes een lezing uit het oudtestamentische boek Jesaja vooraf. De voorbeden in de dienst van het woord van de Goede Vrijdag zijn zeer uitgebreid.

"Kruisig hem"
Het is in veel parochies gebruikelijk om de gelovigen ook een rol te geven in de lezing van het lijdensverhaal volgens Johannes. Zij nemen daarbij de uitroepen van de menigte voor hun rekening. Vooral het herhaalde malen gezamenlijk uitspreken van de woorden "Kruisig hem", versterkt bij de aanwezigen het besef dat iedereen, door te zondigen, schuld heeft aan Christus' dood.

Kruisverering
De ceremonie van de kruisverering vindt haar oorsprong in Jeruzalem. Aetheria, de pelgrim van Bordeaux (385) verhaalt het volgende: "Het ware Kruis des Heren, dat door de H. Helena gevonden was, werd op Goede Vrijdag door allen vereerd. Het kruis werd op een tafel gelegd, waarachter de bisschop gezeten was, die zijn handen op het boveneinde van het kostbare Relikwie legde". Vanuit Jeruzalem verspreidde het gebruik zich naar Constantinopel en naar die steden van het Byzantijnse rijk, waar men een partikel (een deel) van het Heilig Kruis bezat. Paus Sergius de I, een Byzantijn van geboorte, voerde in de zevende eeuw de plechtigheid in Rome in. Nog altijd viert de paus Goede Vrijdag in de kerk van het H. Kruis te Rome. Daar worden grote kruisrelikwieën en enige van Golgotha afkomstige grond bewaard.

Corpus Christi
Oorspronkelijk werd in de kruisverering alleen het ware Kruis van Christus of een voornaam partikel daarvan vereerd. De gewoonte ontstond om het partikel aan een volledig kruisbeeld te hechten. Toen de ceremonie van kruisverering zich vanuit Rome over West-Europa verspreidde, was niet voor iedere kerk meer een partikel beschikbaar. In plaats van een kruis met aangehechte Relikwie werd voortaan vaak een gewoon kruis met een gebeeldhouwd lichaam van Christus – een zogeheten Corpus Christi - gebruikt.

Indrukwekkend
De kruisceremonie is in ieder kerkgebouw indrukwekkend. Als het goed is, is er in het kerkgebouw op het moment van de ceremonie namelijk maar één enkel kruisbeeld zichtbaar. Alle overige kruisbeelden zijn na de avondmis van Witte Donderdag uit de kerk verwijderd of tenminste bedekt. In de kruisceremonie van Goede Vrijdag kan het kruis daardoor worden binnengedragen en vereerd, als was het een fonkelnieuw symbool van de dood die Christus voor ons gestorven is.

Vertoning van het kruis
De kruisceremonie begint met de kruisvertoning. Deze kan op verschillende manieren worden vormgegeven. Vaak wordt het altaarkruis in processie door de priester of diaken de kerk binnengedragen, begeleid door acolieten die kandelaars met brandende kaarsen dragen. Op verschillende momenten wordt het kruis tijdens de processie ter aanbidding omhoog geheven. Tot slot wordt het kruis bij de ingang van het priesterkoor geplaatst, tussen de kandelaars.

Verering van het kruis
Op de kruisvertoning volgt de kruisverering. Daarbij is het de bedoeling dat alle aanwezigen langs het kruis trekken en dit vereren met een kniebuiging of, waar dit gebruikelijk is, een kus. Indien wegens het grote aantal aanwezigen niet iedereen naar voren kan komen, gaat de priester op een gegeven moment met het kruis voor het altaar staan, waarbij hij het ter aanbidding korte tijd opheft. Aan het einde van de kruisverering wordt het kruis op zijn gebruikelijke plaats op het altaar geplaatst.

Communieviering
Op Goede Vrijdag - en op Stille zaterdag - wordt traditiegetrouw de Eucharistie in het geheel niet gevierd. De Kerk acht het niet passend om op de dag waarop zij het bloedig offer van Jezus herdenkt, dit onbloedig te hernieuwen in het offer van de Mis. Wel wordt de gelovigen op Goede Vrijdag de gelegenheid gegeven te Communie te gaan. Daarbij worden hosties gebruikt die tijdens de avondmis van Witte Donderdag speciaal voor de communie op Goede Vrijdag zijn geconsacreerd. Het altaar is tijdens de communieviering bedekt met Dwaal en Corporale.

Buitenliturgische devotie
Vroeg in de geschiedenis van de Kerk stond in de viering van Goede Vrijdag de symbolische betekenis van de dag centraal. In de beleving van de middeleeuwse christenen kwam echter langzaam maar zeker de herdenking van de historische gebeurtenissen op de sterfdag van Jezus centraal te staan. Dat leidde tot buitenliturgische passiespelen en boeteprocessies, die heden ten dage vooral in Zuid-Europa nog altijd een belangrijke plaats innemen. In Nederland en Vlaanderen is de kruisweg die in veel parochies op Goede Vrijdag wordt afgelegd een overblijfsel van de buitenliturgische devotie van weleer.

Kruisweg
De Kruisweg is een godsdienstoefening waarbij gelovigen symbolisch de weg afleggen die Jezus Christus op zijn sterfdag ging. Daarbij overwegen zij zijn lijden onder gebed of gezang. Het gebruik stamt uit de late Middeleeuwen en vindt zijn oorsprong in Jeruzalem. Daar bezochten pelgrims de feitelijke historische plaatsen, zoals die beschreven waren in de lijdensverhalen van het Nieuwe Testament en in andere overleveringen.

Veertien staties
Het afleggen van een kruisweg werd in de Middeleeuwen binnen de Westerse kerk aangemoedigd en nagebootst. Omdat er geen historische plaatsen konden worden aangedaan, werden afbeeldingen hiervan in de kerk aangebracht. Een kruisweg als beeldengalerij bevat veertien lijdenstaferelen, de zogenoemde staties, beginnend bij de veroordeling door Pilatus en eindigend met de graflegging. De veertien staties zijn in 1751 officieel vastgelegd.

Limburgse heuvels
Een Kruisweg kan overigens ook buiten de kerk worden opgericht. Met name tegen een heuvel laat zich een mooie kruisweg realiseren. De gelovige kan de kruisweg immers beginnen aan de voet van de heuvel, om te eindigen bij een kruis – bij voorkeur levensgroot - dat bovenaan is opgericht, als was de heuvel die beklommen wordt de Golgotha-berg. Met name in de heuvels van Nederlands en Belgisch Limburg is menige prachtige kruisweg gerealiseerd.

Druk bezocht
De kruisweg kan op Goede Vrijdag in vrijwel alle katholieke parochies of parochieverbanden worden afgelegd. De plechtigheid wordt vaak beter bezocht dan de liturgische herdenking eerder op de middag. Zo mogelijk lopen alle parochianen bij de kruisweg mee, maar in principe is het voldoende als de priester met enkele acolieten van statie tot statie gaat.

Vastendag
Goede Vrijdag is, net als Aswoensdag, een dag van verplicht Vasten en Onthouding. De Nederlandse bisschoppenconferentie heeft in 1989 in aanvulling op de canones 1251 en 1253 van het kerkelijk wetboek het volgende voorgeschreven. "Wij bepalen dat Aswoensdag en Goede vrijdag dagen van verplichte vasten en onthouding in spijs en drank zijn en dat verder het bepalen van de wijze van de beoefening van Boete en onthouding aan het eigen geweten en initiatief van de gelovigen wordt overgelaten".