Gods tranen vloeien

 
Broeders en zusters in Christus,
Enkele weken geleden zagen we Jezus met zijn apostelen op zoek naar een rustige plek, maar kreeg bij het zien van de grote menigte medelijden.
Hij gaf hen onderricht en als teken volgde de wonderbare broodvermenigvuldiging.
Het waren ongeveer vierduizend, die gegeten hadden en daarna liet Hij hen heengaan.
Nu wederom een plek op een heuvel, tegenover Jeruzalem en we zien nu een verdrietige Christus.
Verdrietig omdat Hij weet wat de stad en de wereld zal overkomen."Jezus zag de stad ( Jeruzalem) voor Zich liggen en weende over haar ”.
"Ach mocht ook gij, tenminste op deze dag, nog inzien, wat u tot vrede strekt! " ( Lucas: 19,41-42)
Hij is met haar begaan.
Hij laat Zijn hart de vrije loop en het zijn Gods tranen die er vloeien!
Maar zou Christus niet op dezelfde wijze wenen, wanneer Hij nu de verschillende gebieden zou bezoeken, waar oorlogen, moorden en mishandelingen plaatsvinden?
Of als Hij zou zien hoe mensen in de Kerk met elkaar omgaan?
Ja, Hij ziet het, nu!!
Want Hij is de Hogepriester die in staat is mee te voelen met wat ons, mensen, overkomt en gaat overkomen.
We hoeven onze ogen niet te sluiten, het is, beste mensen, realiteit!
Onvrede, ruzies, oorlogen, dreigingen, hongersnood, geloofsverduistering, de wetten van de Heer die met voeten worden getreden, het gebeurd!
We kunnen niet doen alsof het niet zo is.
Ja, ook wij mogen wenen, ook wij mogen bedroefd zijn.
 

Afbeelding invoegen

Die stad Jeruzalem, dat is de wereld, dat is de mensheid, met al haar huichelarij, haar hoogmoed, haar zonde tegen de naastenliefde.
De stad waar geen gerechtigheid meer heerst, de wereld, die leeft in onmin met God, die het zelf allemaal beter weten.
De mensheid die voorbij gaat aan de vrede die God ons schenken wil, wanneer men Hem een plaats wil geven in het leven.
Zijn vrede niet aanvaarden, is Hem verwerpen!
De Joden verwierpen Christus, de Messias.
Hun vrijheid, welstand en verworvenheden waren veel belangrijker.Christus weent, de zonde gaat God aan het hart.
Wat de zonde kan opwerpen, dat zien we heel duidelijk in de tempelreiniging.
De zonde maakt kwaad.
"uw vijanden zullen u omsingelen, u en uw kinderen ter aarde neerslaan en bij u geen steen op de ander laten, omdat gij uw tijd van genade niet hebt erkend”. (Lucas: 19: 46)
Het veroorzaakt een innerlijke pijn, de zonde is afschuwelijk!
De tempelreiniging laat ons zien wat de zonde eigenlijk verdient.
Misschien schrikken we wel een beetje van het geweld dat het bij Christus oproept.
Dat is nu juist dat wat de zonde aanricht, de zonde vernietigd.
We hoeven maar naar het journaal te kijken om te zien hoe het werkt, de vreselijke beelden blijven op ons netvlies staan.
Niet alleen hetgeen in de wereld gebeurt, het uitwendige milieu, waarover veel geschreven en gesproken wordt, staat onder hoge druk, ook ons "innerlijk milieu” staat onder spanning!
Het is een "geestelijke milieuvervuiling” waarvan velen niet eens meer bewust zijn.
Mensen worden verstrooid, ze worden beziggehouden en daardoor bezet gehouden met allerlei kwaadaardige invloeden.
De mens bezoedeld zich van binnen en breekt uiteindelijk naar buiten, zo verontreinigd men de tempel van God.
Met de uitdrijving uit de tempel houdt Christus ons een spiegel voor!
Wat zien we en wat horen we?
We horen Christus roepen: "Mijn huis is een huis van gebed; maar gij hebt er een rovershol van gemaakt!”
Behoren wij tot de groep die van Gods huis een rovershol maken?
Horen wij bij die groep hogepriesters, schriftgeleerden en vooraanstaanden van volk?
Horen wij bij hen waarvan gezegd werd: "Al het volk hing aan zijn lippen”?
Het waren juist de hogepriesters, schriftgeleerden en vooraanstaanden van het volk, die onze Heer Jezus Christus naar het leven stonden, omdat Hij hen verweet, dat zij anderen dingen oplegden en zelf bepaalden ze wel wat ze wel en niet mochten doen.
"Mijn huis is een huis van gebed, maar gij hebt er een rovershol van gemaakt!"
Ja, broeders en zusters, ons innerlijk huis moet weer een huis van gebed worden.
De plaats waar God verblijft is ingenomen door de rovers en nemen wat hen niet toebehoort.
Geen aanbidding en gebed, maar de hebzucht binnengebracht.
Het huis van gebed is ook het kerkgebouw, het hoort een plek van stilte te zijn.
Daar waar een tabernakel is, waar Christus zelf aanwezig is in het Allerheiligste Sacrament, worden wij uitgenodigd om persoonlijk en vertrouwelijk contact te leggen met Christus, er van bewust te worden dat Hij aanwezig is.
Dat vraagt om eerbied, zoals in helaas nog maar enkele kerken geschreven staat: "Eerbied in Gods huis”!
Sinds de jaren ‘60 is de eerbied, de sacraliteit uit de kerken verdwenen, over het geloof in de tegenwoordigheid van Christus in de Heilige Eucharistie dan nog maar te zwijgen.
Het tabernakel verdween vaak naar een onopvallend hoekje.
De vrijgekomen ruimte wordt benut voor wereldse zaken en activiteiten, er wordt theater opgevoerd en mensen komen luisteren naar muziek.
Het Allerheiligste Sacrament wordt de rug toegekeerd!
Ja, inderdaad, de plaats waar God verblijft is ingenomen en men neemt wat hen niet toebehoort.
Geen aanbidding en gebed, maar hebzucht en eigenbelang.
Jezus trad op tegen vals gebruik van de tempel, Hij komt op voor het huis van Zijn Vader.
Hij reinigt het en maakt het weer tot huis van gebed.
"Hij ging de tempel binnen en begon de kopers en verkopers, die daar waren, er uit te drijven”.
Ook wij mogen hier een steentje bijdragen, door zorg te dragen dat een kerkgebouw weer een huis van God, een huis van gebed wordt.
Een slecht onderhouden - en voor andere doeleinden, dan de Heilige Liturgie gebruikt Godshuis, is een teken van het steeds verder afdwalen en verwijderen van de band met God.
Medegelovigen, in een waardig Godshuis wordt het Heilig Misoffer opgedragen, daar ontvangen wij de HH.Sacramenten en wordt Gods Woord verkondigd.
Daar komt men samen om te bidden, om samen te zijn met God.Daar mogen wij Zijn genade ontvangen als een geschenk, een geschenk dat groter is dan alles wat ons hart kan verlangen en bevatten.
Amen.
 
Hans Smits