De Heilige Communie (2)

 
Beste vriend,
Stel dat ik morgen in de rij aansluit voor het ontvangen van de Heilige Communie en pal voordat de priester de Hostie aan mij geeft tegen hem zeg dat ik deze week gestolen heb en er geen spijt van heb.
Of ik zeg tegen hem dat ik zielsveel van mijn vrouw houd, maar toch van plan ben om mijn buurvrouw te versieren.
Of dat ik zeg dat ik de hele week kwaad ga spreken over mijn collega.
Ik weet vanuit mijn wekelijkse kerkgang en mijn kennis van het Rooms-Katholieke geloof dat ik dingen gedaan heb of van plan ben te gaan doen, die lijnrecht indruisen tegen wat God van mij vraagt te doen.
Als gelovige medemens is het mijn plicht mijn broeder of zuster te vertellen dat wat hij gedaan heeft of van plan is te gaan doen, fout is.
Dat houdt geen oordeel in, slechts het vaststellen van een feit.
Als priester, een officier in Gods leger, is deze verplichting nog 1000 keer sterker.
Als de priester weet heeft van daden of voornemens van een mens, die niet in overeenstemming zijn met Gods Woord dan zal Hij uit Liefde voor zijn medemens de Heilige Hostie niet geven.
Ja, beste vriend, uit Liefde, omdat Hij als geen ander weet dat degene die de Hostie ontvangt zich hiermee een oordeel nuttigt.
Niet alleen de gelovige, maar ook de priester moet zich na dit leven verantwoorden tegenover God.
De priester kan ook besluiten, hoewel hij weet heeft van daden die niet in overeenstemming zijn met Gods woord toch de Hostie, Jezus, God zelf, die Liefde is, te geven.
Op het eerste gezicht lijkt dit barmhartig en liefdevol, in ieder geval tegemoetkomend aan de gedachten in de wereld.
De priester heeft echter niet als taak de gedachten en normen uit de wereld te volgen, maar het verkondigen en toelichten van Gods Woord aan de gelovigen, inclusief het aanspreken van gelovigen als zij in de fout dreigen te gaan.
Dat zijn dus niet altijd makkelijk verteerbare boodschappen, maar daarom niet minder waar.
Daar kun je het mee eens zijn, of niet mee eens zijn.
Door een norm te creëren, door overvloedige media aandacht is het niet minder fout, immers de uitgangspunten van de Rooms-Katholieke kerk zijn onveranderd.
Als de gelovige zich werkelijk bewust zou zijn van wat hij deed, namelijk Jezus, God zelf ontvangen, dan zou hij die priester die hem daarvoor behoedde op zijn knieën moeten bedanken, omdat die hem behoed heeft voor het plegen van een grote zonde.
 
 
In het teken van het Kruis ligt de overwinning,
 
Namens de Witte Ridders,
 
Paulus.