5de dag onder het octaaf van Epifanie*

Offergang van de Mis:
in de 2de nachtwake horen wij een preek van de Heilige Maximus, bisschop van Turijn midden in de 5de eeuw’.
Over de feestgeheimen: "Op dit hoge feest mogen wij ons, zoals het ons door onze vaderen is overgeleverd, over verschillende geheimen verheugen.
Vandaag is de Heer door de heidenen gevonden en aanbeden, doordat een ster de weg wees, heden heeft Hij als gast op een bruiloft water in wijn veranderd.
Heden heeft Hij van Johannes het Doopsel ontvangen en heeft zo de rivier de Jordaan gewijd en tegelijk zijn doper gereinigd.
Welke van die gebeurtenissen van vandaag de gewichtigste is, weet Hij alleen, die ze tot stand bracht.
Wij echter moeten overtuigd zijn en mogen niet in het minst er aan twijfelen, dat alles wat geschied is voor ons is geschied.
 

Afbeelding invoegen

Want dat Chaldeeërs, geroepen door de glans van een buitengewoon stralende ster Hem aanbeden hebben, gaf aan de heidenen hoop om tot de ware godsverering te komen.
Dat het water op wonderbare wijze in wijn veranderd werd, wees op het geheim van een nieuwe goddelijke drank;
dat het LAM gedoopt werd, toont ons het geschenk en het heil van het nieuwe leven schenkend doopsel.
Het past dus, broeders, dat wij ter ere van onze Verlosser wiens geboorte wij voor korte tijd met alle passende vreugde herdacht hebben, nu ook met alle aandacht deze geboortedag van zijn heerlijke werken vieren.
Hoe passend worden ons daarom deze drie gebeurtenissen, zo vol geheimen, op één dag medegedeeld, aan ons, die het geheim van de onuitsprekelijke Drie-eenheid onder de ene naam van God plechtig belijden.
Door dat wonder dus wilde onze Heer en Heiland CHRISTUS Zich aan de ogen van de stervelingen openbaren, zodat Zijn onzichtbare Godheid, die in zijn menselijke gedaante was verborgen, Zich in Zijn werken zichtbaar onthulde.”
Vandaag denken wij vroeg of laat aan de gaven die wij offeren: "Alle volkeren zullen van verre komen en hun geschenken brengen, Alleluja.”
"Van Saba komen zij allen offeren goud, wierook. Alleluja.” (antifoon bij de Magnificat).
 
Viering van de Mis:
Ten allen tijden hebben de geschenken van de Wijzen de opmerkzaamheid van de Christenheid op zich getrokken.
Een hele krans van mystiek en symboliek is om deze gaven gevlochten.
Doch deze gaven gang van de Wijzen werd ten allen tijden bij voorkeur tot voorbeeld van de offergang van de gelovigen bij de Mis genomen.
Een treffende bewijs hiervoor vinden wij in een mozaïek te Ravenna (san Vitale); daar wordt aan beide zijden van het schip van de kerk de offergang van de keizer en keizerin met hun gevolg voorgesteld; de keizer draagt het brood, de keizerin de wijn naar het Altaar, op het gewaad van de keizerin is de gaventocht van de Wijzen geborduurd.
Ook de feest mis veronderstelt deze voorstelling, omdat ze de gelovigen gedurende de offergang de verzen van psalm 72 in de mond legt: De koningen van Tarsis en de kusten offeren gaven; de koningen van Sheba en Saba brengen geschenken aan.
De Kerk wil dus zeggen: de gelovigen zijn in het heilig spel de Wijzen, die de hemelse koning geschenken brengen, waardevol als Goud en heilig als Wierook, vol offer zin als Mirre.
Dit geldt echter niet alleen voor het octaaf van het feest; de tocht van de Wijzen en hun gaven moeten ons voor ogen staan, zo dikwijls wij de offergang van de Mis voltrekken, al is het maar op geestelijke wijze.
En onze offergaven hebben veel overeenkomst met de geschenken van de Wijzen.
De betekenis van de offergang is de overgave van de eigen persoon; de gave geldt voor de gever.
Zo moet dan het offergeschenk op het goud gelijken, want het is de uitdrukking van de diepste overgeving aan God.
Dat was de oudste betekenis van het offer, erkenning van de goddelijke Oppermajesteit (Vergelijk Kaïn en Abel).
Het moet eigenlijk myrrhe zijn, want alleen datgene wat leed doet, heeft waarde van een offer.
Tenslotte verzinnebeelden de drie gaven de hoofdinhoud van ons leven: arbeid, gebed en leed; en deze willen wij dagelijks in de offergang bij de Mis aanbieden.
– De Kerk heeft natuurlijk nog een veel diepere uitleg van de offergaven in de Secreta uitgesproken, maar daarover een andere keer.
 
Onze Mirrhe:
Vandaag offeren wij met de derde Wijze onze mirrhe.
Wat betekent deze?
Het is vooral ons levendig Geloof aan de Gekruisigde Heer.
Zijn wij ons werkelijk diep en levendig bewust, dat in het Heilig Offer de Kruisdood van CHRISTUS voor ons wordt verheerlijkt?
"Zo dikwijls gij dit Brood eet…verkondigt gij de dood van de Heer, totdat Hij wederkomt.”
De Apostel Paulus zegt ook dat Hij niets anders kent dan CHRISTUS, de Gekruisigde.
Zijn wij geheel en al vervuld van dankbaarheid en liefde tot de gekruisigde Heer?
"Dragen wij de wonde tekenen van Christus in ons lichaam?”
Hieraan moet ons de geofferde Mirre herinneren.
– De geofferde mirre betekent ook volgens de Vaders de versterving van het vlees (carnis mortificatio).
Omdat wij in de toestand van de gevallen natuur zijn, moeten wij ons vlees als vijand beschouwen; er is geen sprake van wapenstilstand.
”Wie zich niet verloochent en dagelijks zijn kruis op neemt kan mijn leerling niet zijn!”
Eindelijk is de mirre het leed van ons leven.
De inhoud van ons leven bestaat hoofdzakelijk uit deze drie dingen: arbeid, gebed en smart; wel het kostbaarste hiervan is het overgeven en in vereniging met God verduurd lijden.
Dat willen wij deze dag en op elke dag bij de offergang op het altaar leggen.
Dan zal het niet meer ons leed zijn, dan is het een stuk lijden van Christus, het mystieke Lichaam van Christus en wij mogen "aanvullen, wat aan het lichaam van Christus ontbreekt”.
Geloven wij, dat slechts de lievelingen van God zijn uitverkoren om de mystieke Christus het kruid te helpen dragen.
Lijden is martelaarschap en geldt bij de Kerk boven alles.
 
Lezing uit de Schrift:
De Apostel van de heidenen spreekt over de ware verdraagzaamheid (Romeinen 14,1-3).
Paulus, die voor de joden een jood, voor de heidenen een heiden, "alles voor allen wilde zijn”, die van de kant van zijn geloofsbroeders zoveel onverdraagzaamheid moest ondervinden, hij kan ons de ware christelijke verdraagzaamheid leren, die geen voetbreed van de beginselen prijsgeeft en toch weer in liefde bruggen slaat: "Niemand van ons leeft voor zichzelf, en niemand sterft voor zichzelf, want zo wij leven, dan leven wij voor de Heer, zo wij sterven, dan sterven wij voor de Heer.
Hetzij wij leven, hetzij wij sterven, de Heer behoren wij toe.
Want juist daarom is Christus gestorven en ten even opgestaan, om de Heer te zijn van levenden en doden…
Laten wij dus niet langer elkaar beoordelen, doch maakt liever het besluit de broeder geen aanstoot of ergernis te geven.