12de Zondag na Pinksteren

 
De vorige Zondag was een vernieuwing van de doopgenade en opstanding uit de dood van de zonde. Vandaag gaat de Liturgie ons inleiden in het mysterie van de Verlossing.
De Geloofsleer van de Katholieke Kerk is gebaseerd op drie fundamentele dogma’s, waarop alle andere geloofswaarheden uit voortkomen.
1. De ZONDEVAL en haar gevolgen: de Erfzonde
2. De MENSWORDING van Gods Zoon
3. De VERLOSSING door Zijn Kruisoffer.
Deze drie geloofswaarheden lopen constant en voortdurend door de LITURGIE heen.
Het is de ziel ervan.
Zo ook weer vandaag.
Laten we nu het Evangelie aandachtig lezen.
CHRISTUS ontwerpt als het ware een schets van het Verlossings-werk.
De mensheid is door de zonde uit de stad Jeruzalem, (stad van vrede) weggetrokken en naar de duivelse stad Jericho gegaan (door de zonde) en viel helaas in handen van duivelse rovers.
Die schudden haar uit: ontnamen haar de diadeem van haar koninklijk priesterschap: ontrukten haar het kleed van haar Kindschap Gods.
Dan sloegen ze haar in mekaar.
En lieten haar halfdood achter, bewusteloos.
Haar verstand was verduisterde en haar wil verzwakt.
Zo lag ze van alles beroofd, naakt en overdekt met wonden op de grote heerbaan van het leven.
Wie zou haar nog kunnen helpen?
Het Oude Verbond met zijn priesterdom en zijn offers was daar niet toe in staat.
We zien dan ook een priester en leviet langs haar heen.
Toen kwam de barmhartige Samaritaan, (Christus) in het nederige kleed van de deemoed voorbij.
 


Door medelijden bewogen, stijgt hij van zijn lastdier af, komt naderbij en giet olie en wijn (genade en waarheid) in haar wonden en verbindt haar. Dan laadt hij haar op zijn lastdier, brengt ze naar de HERBERG, (die Hij zelf heeft gesticht: de KERK), geeft de waard (de priesters van zijn Kerk) de opdracht: "Zorg voor haar totdat Ik terug kom.”
In deze gelijkenis ligt de gehele Heilsgeschiedenis (wat Christus betreft) opgesloten.
Dat is het grote werk van de Barmhartige Samaritaan, Christus: Hij zal de wonden, door de Erfzonde geslagen, genezen.
In het Offertorium gezang wordt de Kruisdood van Christus vermeld als middel van de Verlossing (dit Offertorium behoort letterkundig en muzikaal tot het mooiste en voortreffelijkste, dat de Romeinse Liturgie ons geschonken heeft).
(Mozes bad voor het Aanschijn van de Heer, zijn GOD, en zei: Waarom o Heer, zijt Gij tegen uw volk vertoornd?
Dat Uw gramschap bedare; 'gedenk Abraham, Isaac en Jacob, aan wie Gij gezworen hebt een land te geven, overvloeiend van melk en honing' en de Heer liet zich verbidden en zag af van het onheil waarmee Hij zijn volk had bedreigd)
Het is een heel verhaal: Mozes de grote wetgever van het volk Israël, heeft de berg Horeb bestegen en vertoeft veertig dagen in Gods nabijheid. Intussen giet het volk, het lange wachten moe, een gouden kalf en aanbidt het als hun god.
Mozes keert van de berg terug en slaat in heilige toorn de stenen tafelen van de wet aan stukken ten teken dat het Verbond verbroken is: "God zal het volk verdelgen”.
Dan toont Mozes zich in zijn liefde tot zijn volk, in al zijn grootheid.
Hij smeekt voor zijn volk om vergeving, ja hij biedt zelfs zijn eigen leven, zijn eigen zaligheid aan als zoenoffer.
Hierin is hij een voorafbeelding van een nog veel grotere figuur, JEZUS CHRISTUS, die werkelijk zijn leven heeft gegeven door de zondeschuld van de mensheid op zich te nemen.
Het gezang herhaalt telkens weer het woord: "Toen kreeg de Heer spijt over het onheil waarmee Hij het volk bedreigd had.”
We begrijpen nu wat de Liturgie met dit gezang bedoelt: Het is het beeld van de 4 Kruisdood van Christus, die de uitboeting en verlossing voor de zonde van heel de mensheid betekent.
Dat leert ons de Heilige MIS van vandaag.
De Zondagsmis verbeeldt de Kruisdood van Christus.
De Zondagsmis vernieuwt de doopgenade.
De zondagsmis geeft ons de schone glans van de Heiligmakende Genade weer.
De zondagsmis giet olie en wijn op de wonden van onze ziel.
De zondagsmis geeft ons kracht, vreugde, en bovennatuurlijke schittering.
En tenslotte deze heerlijke woorden uit de Heilige Schrift: "Door Uw werk, O Heer zal de aarde verzadigd worden; zo laat Gij brood uit de aarde te voorschijn komen, zo laat gij wijn het hart van de mens verheugen en schenkt hem olie om zijn gelaat te verfrissen en brood om zijn hart te versterken”.(Psalm 103,13)
Door Christus onze Heer.
AMEN!

H. Havee