Als een lopend vuur

 
Broeders en zusters in Christus,
Het evangelie van deze zondag is een gedeelte van een roepingsverhaal.
Johannes schrijft dit evangelie op een manier dat ieder van ons er zo zijn eigen geloofsweg erin kan terugvinden.
Wat ons allereerst opvalt is dat geloof nooit zomaar uit de hemel komt vallen.
Ons geloof groeit door hele eenvoudige menselijke gebeurtenissen en vaak door mensen die ons de weg naar Christus wijzen of gewezen hebben.
Voor de eerste leerlingen is het Johannes de Doper die hun Jezus aanwijst: "Zie daar het Lam Gods”. En voor ons als gelovige mensen zijn dat de vele mensen die voor ons al in de Heer geloofden en Zijn naam hebben verkondigd en in Zijn naam met mensen hebben samengeleefd.
We kunnen het zien als een grote fakkel die van generatie op generatie wordt door gegeven, maar ook anderen werden geraakt door dat licht.


Zoals Johannes toen een wegbereider voor Jezus was, zo zijn er ook nu mensen die wegbereiders, wegwijzers zijn en tot ons zeggen: "kom en zie, daar is de Christus”.
Wat we dan verderop lezen in dit evangelie is heel opvallend en hoort eigenlijk bij het evangelie van vandaag, dat Jezus ook iedere leerling persoonlijk roept: "kom en zie”.
Elke roeping is een persoonlijke ervaring.
God roept ons: "Niet gij hebt mij uitgekozen maar Ik u”.
Voordat wij naar Christus opzien, heeft Hij ons al ontdekt.
Geloven, beste mensen, kunnen wij alleen maar als wij zelf door de Heer worden aangesproken: "Wat, wie, zoekt gij?”
Je wordt niet gelovig als je alleen maar een hele reeks boeken leest over een zekere Jezus van Nazareth of met de vele getuigenissen die we horen.
Alleen als Christus ons zelf aanspreekt met: "Kom, volg Mij ", dan kunnen we vanuit Hem leven.
Geloven is een genade, een gave.
Geloven kunnen we niet anderen opleggen en het niet afdwingen.
Ook Jezus doet dat niet, Hij geeft geen bevel, maar nodigt liefdevol uit: kom en volg Mij.
En tenslotte maakt dit verhaal ons duidelijk dat wanneer er iemand in gaat op Zijn uitnodiging zelf getuige wordt van de Heer.
Hij wordt zo vervuld van vreugde dat hij of zij dit niet voor zichzelf kan houden.
Dat deden later de apostelen ook niet.
De Blijde Boodschap gaat als een lopend vuurtje.
Gelovige mensen moeten zich aan elkaar kunnen optrekken.
Zeker, ik zal het niet ontkennen: er zijn vele wegen om tot het geloof te komen, maar het geloof zelf blijft een persoonlijke ervaring tussen God en de mens.
Aan dit persoonlijk geloof gaat het geloof van de Moederkerk vooraf.
Christus, de Rots, is fundament geworden en het geloof wordt geleerd door luisteren.
Het Vleesgeworden Woord moet bekend gemaakt worden, verkondigd en uitgedragen worden.
Dan is dat het kleine vlammetje van het begin dat oplaait tot een vuur zodat iedereen de warmte ervan kan voelen.
Zoals St.Paulus dit schrijft aan Timotius: "Vergeet niet het vuur aan te wakkeren van Gods genade die in u is, God heeft niet een geest geschonken van vreesachtigheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid”.
Zoals het licht van de dagen in januari alweer vooruit springt en ons week naar week naar de lente voert en dan nog verder de zomer belooft, zo gaat iedere week het licht in het evangelie voor ons uit en zal zij het vuur brandend houden in het binnenste van de mens.
Zo worden wij geraakt en geroepen door de Heer zelf, zo kunnen wij het vuur doorgeven aan onze medemens, zoals ook de eerste leerlingen dat deden en Jezus Christus volgen.
Amen.

Hans Smits