Zaaien van het Woord

 
Broeders en zusters in Christus,
Vandaag horen wij één van de bekendste parabels, de parabel van het zaad.
Het gaat over het Woord van God dat als zaad wordt uitgezaaid.
En dat zaad komt op vele plekken terecht: dat komt op straat, op rotsachtige plekken, tussen de distels, tussen het onkruid, maar ook op goede grond.
Het Woord Gods wordt overal verspreid maar het vindt geen vaste grond, het wordt door de mensen gehoord, maar men neemt het niet op.
Het wordt net als op het land overwoekerd door van alles en nog wat.
Jezus wil met deze parabel ons vandaag zeggen: zorg ervoor, beste mensen, dat je goede grond bent. Zorg dat je hart open staat en ontvankelijk is om het Woord Gods te ontvangen!
Maar in onze huidige maatschappij, waarbij de vooral de manier van snelle communicatie zover ontwikkeld is, dat wij dagelijks een stortvloed van woorden over ons heen krijgen, wordt het alleen maar moeilijker.
We moeten elke seconde van de dag bereikbaar zijn, zo niet, dan is dit voor velen al vreemd en beangstigend.
Het Woord van God heeft bijna geen toegang meer, want het valt tussen de distels en onkruid, op straten en op rotsgrond.
Vaak weten mensen zich geen raad meer met het Woord: "Het zegt me allemaal niets”, wordt er dan uiteindelijk gezegd.
Maar van de andere kant is er ook een grote hang naar spiritualiteit, zoekt de mens een houvast, ook al is dit helaas niet altijd de goede en juiste weg.


Maar hoe komt het nu dat Gods Woord zo moeilijk gehoor vindt?
Misschien gaat men te veel in op wat om hen heen gebeurt, wat er in het hart aan eigen ideeën en verlangens opkomt.
Eigenlijk ligt het niet zozeer aan de wereld, maar aan de mens zelf, ieder moet er persoonlijk voor zorg dragen dat Gods Woord op goede grond kan vallen.
Jezus heeft diverse houdingen geschilderd in Zijn parabel, houdingen die hindernissen zijn voor het vruchtbaar worden van Gods Woord: oppervlakkigheid van leven en denken, lafheid tegenover de vele aanvallers van het Woord van God, leven in lust en genotzucht, een wereldse gezindheid dat bestaat uit het zoeken naar menselijke eer en persoonlijk welzijn in plaats van God te eren en te dienen.
Zijn dat niet de kwalen van onze tijd?
Mist men de volharding om net als de boer in de tijd van Jezus de rotsachtige grond om te ploegen?
Wordt Gods Woord verdraaid omdat het dan beter uitkomt?
Wordt het verstikt door de dingen die de mens belangrijker vindt?
Is Gods Woord aangepast aan onze kleine, menselijke maat?
We moeten ons niet laten meeslepen door wat de wereld nastreeft en aanbiedt, zeker niet als dit gericht is op een uiterlijk en snel voorbijgaand geluk.
Als dat zo is, halen we de kracht uit de werking van het Woord.
Elk zaad dat niet in de aarde valt en sterft zal zijn bestemming niet bereiken.
Het zaad moet eerst in de aarde vallen en sterven, zo kan zij honderdvoudige vrucht voortbrengen, zegt Jezus.
Ja, de Heer verwacht van ons, als gelovige mensen, inspanning, Hij vraagt om ontvankelijkheid en bereidheid.
Beste mensen, de parabel van de zaaier kan ons bemoedigen.
Hij zegt ons , dat een klein zaadje veelvoudige vrucht kan dragen.
Wie van goede wil is, die zal het in zich opnemen, hij zal veranderen van een rotsachtige bodem in goede aarde.
Het woord van één oprecht gelovige christen kan velen tot bekering brengen en de goede daden van een gelovige kunnen velen tot inzicht brengen en zo naar Gods Woord doen luisteren.
Dat mag ons bemoedigen!
God kan in het hart van elk mens zijn woord zaaien en het laten ontkiemen.
Moge dit ook voor ons een aansporing zijn om niet alleen naar Gods Woord te luisteren, maar ook Gods daden te bewonderen en als echte zaaiers erop uit te trekken om Gods Boodschap te brengen.
Daarvoor moeten wij vertrouwen hebben.
Maar is ons vertrouwen nog wel zo groot om dit te volbrengen?
Durven wij wel echt op God te vertrouwen, dat we ons altijd en overal in alle omstandigheden echt aan Hem durven overgeven?
Durven we te zeggen: Ik geloof in God, die ik Vader noem, die liefde is en machtiger dan alle kwaad, die steeds weer voor ons een toekomst schept?
Ik geloof in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, geboren uit de Maagd Maria, die mens is geworden?
Ik geloof in de Heilige Geest die leidt en Zijn gaven schenkt?
Als we met overtuiging kunnen beamen, dan mogen wij er op vertrouwen dat God ons altijd bijstaat om Zijn Woord te verkondigen, het uit te zaaien en het uit te dragen in woord en daad.
Dan mogen wij met een gerust hart zeggen: dat de liefde het wint van de dood en dat wij geloven in een leven met God en met elkaar, in een duurzame vrede en een blijvend geluk.
Beste mensen, moge dit geloof vele vruchtbare akkers voortbrengen, waar Gods Woord kan ontkiemen en uitgroeien.
Amen.

Hans Smits