Zalig ben je, wanneer…..

 
Als we het evangelie lezen van de 4e zondag door het jaar horen wij de "Bergrede”.
Een evangelie dat eigenlijk ook weer heel goed past bij het feest van Maria Lichtmis, dat wij op deze zondag vieren.
Voor de christenen zijn de acht zaligheden namelijk een verwijzing naar: hoe moeten wij leven.
Ook in het evangelie van Lucas ( Maria Lichtmis) wordt ons een vraag gesteld: zijn we gericht op Christus of op onze eigen wereld?
"Hij zal een teken van tegenspraak zijn en Hij is bestemd tot val en opstanding van velen”.
Volgen wij Hem of laten wij ons leiden door wat de wereld ons te bieden heeft?
De acht zaligheden zijn het hart van Zijn verkondiging , een gebeurtenis die vaak prachtig wordt afgebeeld op platen, in boeken, schilderijen, veelal Jezus zittend op een berg en rondom Hem een grote menigte van mensen die naar Hem luisteren.
We noemen dan de acht zaligsprekingen ook wel vaak de "bergrede”, dit mede door de tekst: "Toen Jezus de menigte zag ging Hij de berg op….”.
Zalig is een woord dat vooral vroeger heel veel gebruikt werd, ja, bijna dagelijks: bij mooi weer, bij lekker eten, bij alles wat aangenaam, fijn en lekker is.
Zalig in de volksmond is een heel ander zalig dan hetgeen waarmee Jezus het heeft verbonden.



Onze zaligwensen werden vooral gebruikt bij het Kerst- of Paasfeest, maar helaas heeft het bij de meeste mensen plaatsgemaakt voor een wens van vrolijk en gezellig.
Maar zoals Jezus het woord zalig gebruikt is het ook niet bepaald fijn en aardig om iemand dat toe te wensen: "Zalig de armen van geest, de treurenden, de zachtmoedigen, zij die hongeren en dorsten naar de gerechtigheid ".
Laten wij over deze vier zaligheden eens een ogenblik nadenken.
Wat bedoeld Jezus nu eigenlijk precies met de armen van geest?
Hiermee bedoeld Hij niet degenen die zichzelf tekort doen doordat ze niet van alle aardse gemakken zijn voorzien, maar zij die weten dat men afhankelijk is van God, zij die hun eigen grenzen, tekortkomingen en zonden ondervinden en dan weten dat alleen God kan helpen.
Hij die arm is van geest weet dat God hem beschermen zal, hem de helpende hand zal reiken en bij God geborgen zal zijn. Kortom, we moeten het niet zoeken in wereldse hulpmiddelen, maar in geestelijke hulp.
Daarna spreekt Hij over de treurenden en zachtmoedigen.
De treurenden, zijn dat nu degenen die het niet meer zo zien zitten, de mensen waarvoor het allemaal niet meer hoeft?
Nee, zegt Jezus, dat zijn zij, die zich laten aanraken door het verdriet en de nood van de ander.
Die deelnemen aan het lijden en de zorgen van de naaste.
En die zachtmoedige, dat is juist niet de stille en schuchtere persoon.
Hij die zich verschuilt en stilletjes achter de ander gaat staan.
Zalig is de zachtmoedige, zegt Jezus, dat is hij die moed toont, die zich laat leiden door Gods wil, die met onwrikbare moed uitkomt voor zijn of haar overtuiging.
Maar wel zacht en kalm, zonder geweld, doch met kracht.
Dan komt uiteindelijk de kern van de bergrede: " Zalig zij die hongeren naar gerechtigheid”!
De mens die streeft naar gerechtigheid, die leeft vanuit een intense relatie met God.
Van daaruit geeft hij gestalte aan het leven, daarbij het kwade mijden en het goede doen.
Dat is juist dat wat Jezus Christus ons heeft voorgeleefd.
De acht zaligsprekingen zijn beslist geen prachtige en zoetsappige reclameboodschappen met voorbijgaand geluk voor een hele massa mensen. Zij verkondigd een vreugdevolle weg naar de eeuwige zaligheid in de hemel, dwars door tijdelijke gebrokenheid en beproevingen heen.
De zaligsprekingen, is de vreugdevolle weg voor armen, treurenden, zachtmoedigen, barmhartigen degenen die verlangen naar gerechtigheid en zuiver zijn van hart, de vervolgden en vredebrengers.
Beste medegelovigen, de zaligsprekingen zijn bedoeld om ons te laten zien hoe wij moeten zijn en worden.
Wij moeten ons arm van geest maken, zeker nu de wereld juist steeds meer schreeuwt om mondig te zijn en voor jezelf op te komen.
Wij moeten ons behoeftig en noodlijdend weten tegenover God en de naaste.
De tijdsgeest vraagt van ons, ja, soms dwingend, om onszelf te bevrijden van het harnas dat we met ons meeslepen.
De tijdgeest roept: "laten wij onszelf bevrijden van de knellende banden die ons benauwen”.
De banden van het gevoel dat de mens afhankelijk is van zijn Schepper.
De last dat wij onderdanig moeten zijn.
De banden van de vroegere kerkelijke regels en tradities.
De last van dat alles moet en men altijd voor je denkt en heeft gedacht.
De banden van de vertrouwde liturgie, waarin nog sacraliteit en eerbied was en God op de eerste plaats kwam.
De last van bijna dwangmatig liturgie vieren en volgzaam zijn.
De banden van ongewenste lasten die ons overkomen.
De last van een dreigend lijden of sterven.
Maar, medegelovigen, als we deze zogenaamde banden en lasten met overtuiging en waardigheid beoefenen, ze doen tot meerdere eer en glorie van God, dan is het toch een grote vreugde, geeft het een dankbaar gevoel, is het een zaligheid?
Ja, wat een zaligheid dat wij mogen bouwen en vertrouwen op onze Heer en God, want zaligheid betekent: eenheid met God.
Wij moeten met Gods hulp de zuiverheid van ons hart bewaren en barmhartig blijven, te midden van ontzettend veel onzuiverheid en onbarmhartigheid in deze wereld.
We moeten de leer van de Kerk zuiver houden en de tradities bewaken, we zullen zelfs bereid moeten zijn om bespotting, beschimping en vervolging te ondergaan omwille van ons geloof in de Naam van Christus.
Ja, beste mensen, hoe maken wij dat waar en hoe houden wij dat vol?
Hierop is maar één antwoord mogelijk: met Gods bijstand en dán zal ons loon groot zijn in de hemel!
Amen.

Hans Smits