Bekleedt u met Christus

 
 

Broeders en zusters,

Vandaag begint er weer een nieuw kerkelijk jaar. We beginnen met de advent, het uitzien naar het Christuskind, Zijn komst op deze aarde. We zullen zien dat er een hele duidelijke lijn loopt in de liturgie van de adventszondagen. Deze eerste zondag heeft, evenals de laatste dagen van het kerkelijk jaar, betrekking op het einde der tijden. Dat er ook aan ons leven ooit een einde komt, daarvan zijn wij allemaal zeker, maar tot het moment daar is, blijven wij leven in onzekerheid. Vandaag geeft Jezus ons enkele voorbeelden die ons wijzen op de noodzaak van waakzaamheid en het voorbereid zijn op het einde. Hij noemt Noach, die een ark, een reusachtige boot bouwt op het vaste land, voor als het land ging overstromen en alles ten onder zou gaan. Noach deed dit op bevel van God. Het moest voor de mensen als een waarschuwing dienen, maar ze lachten hem uit en zeiden: "die man is niet goed bij zijn hoofd”. Zij slaan Gods raadgevingen en waarschuwingen in de wind, niet wetende wat hen te wachten stond. In de tijd van Jezus was het niet anders en ook in onze dagen geldt hetzelfde, veel mensen zijn blind en staren alleen maar naar wat de wereld te bieden heeft en nemen de waarschuwen die door God gegeven worden niet serieus. Er is dus niets veranderd en het gaat nog altijd zoals in de tijd van Noach. Maar, beste mensen, bedoelt Jezus nu dat deze wereld gedoemd is te verdwijnen of bezig is te verdwijnen? Hij spreekt over de wereld die aan zondigheid en genoegzaamheid ten onder zal gaan. De evangelist Mattheus wil de mens even wakker schudden. We moeten loskomen van het alledaagse, zodat wij onszelf kunnen onderzoeken. Alleen dan zullen we in staat zijn de tekenen die de komst van Christus aankondigen herkennen. Tekenen die we bij onszelf moeten zoeken, tekenen die de mens alleen maar kan zien als men van binnen grote schoonmaak heeft gehouden.



Alles wat krom, duister, goddeloos en fout is moet eruit! Alles wat blind maakt met opgeschoond worden, dan alleen kan men waakzaam leven. Maar.., hoe moeten we waakzaam zijn?
Ach, eigenlijk weten wij dat als christenen best, het Rijk van God is niet alleen onze toekomst, maar sinds Christus geboorte is dat Rijk al onder ons aan het groeien.
Van Jezus Christus weten we, wat eeuwigheidswaarde heeft en wat niet.
Geloven betekent: je door Christus laten onderwijzen, door Hem je leven laten kleuren.
En dat gaat niet vanzelf!
Nee, daar is een keuze voor nodig, een keuze die je steeds weer opnieuw moet maken.
Gelovig zijn is je telkens weer tot Christus bekeren, Hij moet in ons leven kunnen komen en het doordringen.
Hij moet onze Heer zijn!
Medegelovigen, wat is dit evangelie toch duidelijk.
Het zegt ons: nu is het de tijd om waakzaam te zijn, nu is de tijd om ons te bekeren.
Want als Hij eenmaal komt is een actie om nog iets te doen namelijk te laat, laten we heel goed bedenken dat Hij komt als een dief in de nacht.
Het oordeel is dan zo definitief én rechtvaardig dat, als er twee op de akker zijn, er één wordt meegenomen en de ander achtergelaten.
Weer net als bij Noach.
We kunnen doorgaan met ons leven te vullen met allerlei oppervlakkige dingen, je eigen genoegens volgen, zelf uitmaken wat goed of slecht is, aan God nauwelijks een boodschap hebben, maar we zetten onze toekomst op het spel.
Dan ligt alles in het hier en nu en dat gaat voorbij.
Maar we kunnen ook waakzaam zijn en ons leven beschouwen als een advent, elke dag weer wachtend op de komst van de Heer.
De wereld zal doorgaan met eten en drinken en allerlei zelfbepalende tijdsroosters, maar desondanks worden wij toch aangespoord om waakzaam te zijn, omdat wij dag noch uur kennen.
Wij zijn als gelovigen uiteraard mensen in deze wereld, mensen van uur en tijd, maar we zijn geen eigendom van deze wereld noch van de mensen van deze wereld, van de klok of van de agenda.
Wij moeten ons vrijhouden voor God.
Wij moeten Hem ontvangen die komt op een uur dat we niet verwachten.
Ja, we kunnen en moeten er alles op inzetten: Godsvertrouwen, het richten op Zijn geboden, trouw zijn, liefde, soberheid en rechtvaardigheid beoefenen en soms zelfs de minste moeten zijn.
"Bekleedt u met de Heer Jezus Christus”, zegt de heilige apostel Paulus, sla nieuwe wegen in.
We worden de komende weken uitgenodigd om het Kerstfeest voor te bereiden: niet zozeer met een mooie boom, geschenken en lekker eten, maar in ons hart om straks dat kleine Kind in de kribbe te ontvangen, die Zijn handjes naar ons uitstrekt.
We zien het zo prachtig uitgebeeld in de kerststal, het Goddelijk Kindje dat zijn handjes uitstrekt naar de wereld, naar ons, om aanvaard en opgenomen te worden in ons hart.
Daar, in ons hart, moeten we een plaats voor Hem bereiden, Hij die alle duisternis uit ons leven zal verbannen, ons bekleden zal met de nieuwe mens.
Laten we in deze adventstijd streven om als gelovigen een gemeenschap te worden zoals Christus
Zijn Kerk wenst en het ons heeft voorgehouden, geen experimentele kerk, maar leven en werken naar Gods Woord en beloften, ons dagelijks sterken door een Goddelijke Liturgie en geloofswaarheden die eeuwenlang door de Kerk behoed zijn tegen vervalsingen en zo in Christus redding vinden.
Ook al lijkt het soms niet haalbaar en zijn we in de minderheid, als we leven en handelen vanuit de Waarheid zal Christus het hoeden.
Amen.

Hans Smits