Zijt Gij het, die komen moet?

Broeders en zusters in Christus,
Deze vraag horen we Johannes de Doper aan Jezus stellen: "Zijt Gij het, die komen moet, of hebben wij een ander te verwachten?”(Matth.11,3)
Er klinkt in deze vraag een twijfel, Johannes ziet het even niet meer zitten.
Hij denkt dat hij zich vergist heeft, was Jezus wel de Messias?
Maar kennen wij niet allemaal deze momenten van het in de put zitten?
Als toekomstidealen plotsklaps verdwijnen als er een ongeneeslijke ziekte je leven gaat beheersen.
Wanneer je vertrouwen is beschaamd door een gemene handelswijze van mensen, waarvan je dacht ze te kunnen vertrouwen, maar waarna de werkelijkheid zo anders is.
Als men je heeft uitgebuit en voorgelogen, door je met allerlei grote beloftes, een mooie toekomst voor te spiegelen.
Als het verlies van een dierbare je leven koud en kil heeft gemaakt of als een gebroken vriendschap je verbitterd maakt.
Wanneer je inzet voor de ander of een uitgestoken hand wordt miskend en afgewezen.
Ja, beste mensen, zelfs Johannes de Doper maakte in zijn leven zo’n crisismoment mee.
Hij had de komst van de Messias aangekondigd, die zou opkomen voor de zwakken, het kwaad zou verdrijven, recht zou verschaffen en het goede zou doen zegevieren.
Johannes had Hem aangewezen: "Ecce Agnus Dei, ecce qui tollit peccatum mundi”
"Ziedaar het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt”.(Joh.1,29)
Maar alles bleef bij het oude, wás Jezus wel de Messias?
Ook wij kampen wel eens met deze vragen.
Waarom is er nog zoveel onrecht, lijkt onze inzet voor een betere wereld tevergeefs.
 

Afbeelding invoegen

In plaats van het goede lijkt het kwade te zegevieren, in onze wereld , in ons leven en zelfs soms in ons hart.
"Zijt Gij het die komen moet, of hebben wij een ander te verwachten?”
Maar Jezus geeft de leerlingen van Johannes het volgende antwoord mee: "Gaat aan Johannes berichten, wat gij gehoord en gezien hebt.
Blinden zien, kreupelen lopen, melaatsen worden gereinigd, doven horen, doden verrijzen en aan de armen wordt het evangelie verkondigd.”
De vraag van Johannes wil ons in deze Adventstijd tot bezinning uitnodigen.
Wat hebben wij met Kerstmis te verwachten?
Ja, we hebben wel degelijk iets te verwachten, we mogen hoop hebben en die hoop blijft voor ieder die op God vertrouwt.
We zijn in afwachting, in verwachting van een toekomst, een toekomst die voor het grootste deel nog verborgen is.
Wij mogen straks een voorbeeld nemen aan de herders van Bethlehem, zij kregen van de engel te horen dat het langverwachte nu eindelijk was gekomen.
Ze vonden het pasgeboren Kind in de kribbe, in een stal en in doeken gewikkeld, zoals het hun gezegd was.
Zij hadden een teken ontvangen en de Redder gevonden, Christus de Heer!
Ze waren God dankbaar en vreugde vervulde hun hart.
God toont ook aan ons tekenen, ook al zijn ze soms maar heel klein, ze geven aan dat die nieuwe toekomst is aangebroken.
Een profeet?, zegt Jezus: "ja, zeg Ik u, zelfs meer dan een profeet.
Want hij is het, van wie geschreven staat: "Zie, Ik zend mijn gezant voor U uit, om vóór U de weg te bereiden.”
Jezus vertelt de mensen hoe belangrijk Johannes de Doper wel niet was, hij was de man die de weg moet bereiden voor de Verlosser.
De adventstijd, broeders en zusters, wil van ons opmerkzame mensen maken, zodat wij de kleine en grote tekens kunnen zien.De tekens dat God werkzaam is in deze wereld, dat Hij begaan is met ons mensen, dat Hij zijn Zoon, als mens geboren liet worden in deze wereld, om de mensen te verlossen.
Wij mogen in Hem geloven, op Hem vertrouwen en Zijn weg volgen naar die toekomst, waar wij hopen eens God te mogen aanschouwen en te delen in Zijn liefde en vrede.
Dat zijn die tekens die God ons juist nu met Kerstmis wil schenken, een klein Kind in de kribbe, de Redder der wereld, een kleine blik in de hemelse heerlijkheid.
Laten wij dit grote wonder, het Woord dat is vlees geworden, uitdragen in deze wereld.
Zalig is hij, zegt Christus, die geen aanstoot neemt aan Mij.
Amen.
 
Hans Smits