Zevende dag onder het Octaaf van het feest van Openbaring*

"Wij hebben zijn Ster in het Oosten gezien... "
 
Geeft ons heden een heerlijke, bijna modern gevoelde overweging over het geloof van de Wijzen: "De Wijzen traden het huis binnen en zagen het Kind met Maria, zijn Moeder.
Zij vielen neer en aanbaden Hem, openden hun schatten en brachten Hem hun gaven: goed, wierook, en mirre.
Maar wat mag hen wel aanleiding gegeven hebben het Kind te aanbidden?
De maagd had toch niets bijzonders aan zich, ook het huis was volstrekt niet prachtig.
Ook anders was er niets, wat hen met verbazing had kunnen vervullen of tot aanbidden uitnodigen; en toch aanbidden zij Hem niet alleen, maar zij openen hun schatten en offeren geschenken, gaven, die men niet aan een mens, maar alleen aan God brengt.
Wierook en mirre wijzen geheel in het bijzonder op God.
Wat bracht hen tot dit gedrag?
 

Afbeelding invoegen

Hetzelfde wat hen aanspoorde hun vaderland te verlaten en een zo grote reis te ondernemen, namelijk de STER en de verlichting des harten, hun door God zelf verleend.
Deze bracht hen langzamerhand tot een meer volkomen begrijpen.
Was het niet zo, dan hadden zij Hem niet zulk een hoge eer bewezen.
Want alles wat te zien was, zag er echt armoedig uit.
Wat onder de waarneming der zintuigen viel, was van geen betekenis: kribbe, stal, een arme moeder.
Dat geschiedde daarom, opdat gij de verheven wijsheid van de Wijzen zoudt begrijpen en leren, dat zij niet alleen naar een mens maar naar God gekomen waren en wel naar God als Weldoener.
Daarom namen zij aan niets aanstoot, wat uiterlijk te zien was, maar vielen in aanbidding neer en offerden hen gaven, gaven, die zich van de joodse hardheid onderscheidden.
Want zij offerden geen schapen en kalveren, maar geestelijke gaven, nauw verwant met de wijsheid van de Kerk; verstand, gehoorzaamheid en liefde, dat waren de geschenken die zij offerden.
En in een droom gewerd hun de vermaning niet meer naar Herodes terug te keren en daarom keerden zij langs een andere weg naar hun Land terug. Beschouwen we nu hun geloof.
Niet genoeg dat zij geen aanstoot nemen, zij zijn ook volkomen gerust en gehoorzaam, geraken niet in verwarring en voeren onder elkaar geen gesprekken als de volgende: "Ja, als dit Kind waarlijk enige betekenis heeft en enige macht bezit, waarom dan vluchten en ongemerkt verdwijnen? Open en vol vertrouwen zijn we naar dit grote volk gekomen en hebben voor de woedende koning gestaan: waarom stuurt de engel ons nu als vluchtelingen weg?
Zo spreken zij niet en denken zij niet.
Daardoor wordt juist het ware Geloof bevestigd, dat zij niet naar de reden van de geboden vragen, maar aan het bevel eenvoudig gehoorzamen. Heerlijk is het stemmingslied bij het opgaan van de zon: "Waarlijk, verheven is het geheim van de godsdienst: Hij is geopenbaard in het vlees, gerechtvaardigd door de Heilige Geest.
Aangekondigd door de Engel, geboodschapt aan de volken, gelovig aanvaard door de wereld, opgenomen in de Heerlijkheid. Alleluja”.
 
Het symbool van de STER:
De sterren hebben ten allen tijden de opmerkzaamheid van de mens tot zich getrokken en golden ook voor de heidenen als boden van een hogere wereld.
De heilige Schrift bewondert in het met sterren bezette firmament de heerlijkheid en grootheid van God.
Maar de heiligen Schrift ziet reeds in de sterren symbolen voor het goddelijke: Zo wordt CHRISTUS in de voorspelling van Balaäm als STER aangeduid: "Een Ster zal opgaan uit Jakob” (boek van de getallen Numeri 25,17)
In de Geheime Openbaring van Johannes, noemt zich CHRISTUS zelf: de helder lichtende morgenster” (Apocalyps 22,16).
En het was geen toeval, dat een ster de Wijzen naar de Heiland leidde.
Maar ook de Apostelen, bisschoppen, kerkleraars worden in de heilige Schrift met sterren vergeleken.
Tenslotte worden de heiligen en zachtmoedigen in de hemel als sterren aangeduid, die de glans van de Zon Christus hebben ontvangen en zelf in de hemelse heerlijkheid stralen.
De oudchristelijke kunst sluit aan de symboliek van de H.Schrift aan en ziet in de ster het zinnebeeld van:
A. CHRISTUS.
De ster wordt daarom bij voorkeur met het teken van Christus verbonden.
Zo wordt ook de ster van de Wijzen bij voorkeur (voor Constantijns) als Christus monogram voorgesteld.
De ster stelt verder zinnebeeldig voor.
B. de wederkomst van CHRISTUS (Parousia) en het hemels Paradijs.
Daarom vinden wij in de catacomben, mausolea, bij voorkeur sterren, die namelijk de eeuwige zaligheid voorstellen.
Wij herinneren hier bijv. aan het beroemde mausoleum van Keizerin Galla Placida in Ravenna, waarvan de gehele hemel op blauwe achtergrond met sterren is bezaaid en in het midden een Latijns kruis prijkt; dat stelt de wederkomst van Christus en de hemelse heerlijkheid voor.
Dikwijls vindt men te midden van de sterren het Christusteken, de overwinningskrans, het anker; steeds dezelfde betekenis: Christus en de eeuwige heerlijkheid.
Laten de sterren als boden van een andere wereld ons opheffen boven de laagheden van het aardse leven.
En wij : "als sterren schitteren in het heelal.” (Filippi 2,14)4.
 
Lezing uit de heilige Schrift (Romeinen 16,16-24):
Het laatste hoofdstuk omvat groeten en laatste vermaningen, "Groet elkander met een heilige kus, U groeten alle gemeenten van Christus.”
De heilige kus als zinnebeeld van de broederlijke liefde is in de liturgie overgegaan.
"Uw volgzaamheid is algemeen bekend; ik verheug mij dus over U.
Ik wil echter, dat gij niet alleen wijs zij in het goede, maar ook bestand tegen het kwade. …
Aan Hem, die bij machte is u vast te doen staan in overeenstemming met mijn Evangelie en de verkondiging van Jezus Christus – in overeenstemming ook met het geheim van de Verlossing, dat van eeuwigheid was verzwegen, maar thans is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de profetische geschriften aan alle heidenen bekend is gemaakt, om hen tot de gehoorzaamheid van het Geloof te brengen.
– Aan Hem, den enig wijzen GOD zij door Jezus Christus de heerlijkheid in de eeuwen der eeuwen. Amen!”