Wie komt er op de eerste plaats?

 
Broeders en zusters in Christus,
"Gij zult de Heer, uw God, beminnen uit geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. Gij zult uw naaste beminnen, zoals u zelf ”. (matth. 22:37,39)
Hoe zou het zijn, als we daartoe altijd in staat zouden zijn?
Ja, dan zou de wereld er heel anders uitzien.
Maar helaas, de geschiedenis leert ons, dat dit gebod van de liefde heel vaak niet wordt nageleefd.
Daar waar de mens zichzelf zoekt, zijn eigen voordeel nastreeft en zichzelf hoger plaatst dan de ander, daar laat de mens ook zien dat God niet op de eerste plaats komt.
Daaruit blijkt dat veel mensen in hun leven alleen maar het grote, bijzondere, het voornaamste willen doen en nastreven.
En allen die dan, in hun ogen, niet zo voornaam zijn, die mensen kun je zo heel gemakkelijk buitensluiten, kun je zonder probleem links laten liggen.
 

Afbeelding invoegen

Het laten zien aan mensen dat je op een troon zit, de voornaamste bent en macht hebt over anderen, macht over hen die niet met de ellebogen werken, dit gaat vaak gepaard met leugen en bedrog.
En erger nog, vaak op een manier dat zelfs hun meerderen ervoor zwichten en mee gaan in deze waanzin.
Hetgeen betekend dat niet God, maar de mens, het eigen "ik” op de eerste plaats komt.
Zo zou het ook kunnen zijn met de farizeeër die aan Jezus deze vervelende vraag stelde.
Als hij nu weet wat het voornaamste gebod is, dan kan hij al het andere laten liggen, zijn eigen voordeel nastreven, om zo aan het voornaamste te beantwoorden.Jezus doorziet die farizeeër en geeft hem twee geboden mee.
De eerste en voornaamste: de liefde tot God.
De tweede is gelijkwaardig aan de eerste: die tot de naaste.
Zo wil Jezus voorkomen dat deze man zichzelf bedriegt.
Jezus toont ons vandaag, dat Hij naar deze wereld gekomen is als geneesheer, als helper!
Geneesheer en helper van de menselijke ziel, Hij laat de mensen zien waar ze tot nu toe blind voor zijn geweest.
Die vraag van de farizeeër komt ook bij de diepere vragen in ons leven naar boven.
Stellen wij bijvoorbeeld aan verschillende mensen eens de vraag: "wie komt er bij u op de eerste plaats?”
Het antwoord zal dan heel vaak zijn: mijn vrouw of mijn man, mijn kinderen, gezondheid of werk, misschien wel uitgaan en feesten.
Natuurlijk zullen zij die eerste plaats delen, maar God dan?
Die komt meestal niet in het rijtje voor, God past hier bij velen niet meer in.
God speelt voor heel veel mensen inderdaad praktisch geen rol meer.
Zo komen we dan weer bij Jezus die ook deze vraag wordt gesteld: meester, wat is het grootste gebod in de Wet, wat komt er voor u op de eerste plaats?
Zijn antwoord is heel duidelijk: God en uw naaste beminnen.
Bij alle discussies, bij alle vragen en onduidelijkheden, die in een mensenleven voorkomen, staat voor Christus één ding vast: God is de eerste.
Hem liefhebben met alles wat je hebt, met alle krachten die in je zijn.
En….. is dat zo moeilijk?
Ja, voor iemand die God niet kent of niet wil kennen, als je niet beseft, dat Hij er altijd voor je is.
Zelfs op een bereikbare afstand, maar dan toch nog veel meer je eigen " ik ” in je hart bemint, dan gaat dit niet.
Dan is er geen plekje in het hart meer voor God.
Voor een christen, gaat deze opdracht verder: God beminnen met geheel uw hart.
Het niets meer in ons leven zonder Hem willen of doen.
Nee, geen zacht smeulend vuurtje, maar met een vlammend hart voor God.
Het doet ons denken aan de leerlingen die na Jezus dood, bedroefd ,ontredderd waren, waarbij het geloof op een laag pitje stond, ze waren op weg na Emmaus.
Jezus kwam bij hen lopen gaf uitleg in Schrift en na het breken van het Brood herkenden ze Hem.
Ze zeiden tot elkaar: "brandde ons hart niet, toen Hij ons de schriften ontsloot?”
Zo wil Christus zijn leerlingen, Zijn volgelingen zien.
Beste mensen, het woord "liefde” loopt als een rode draad door het evangelie heen.
Waarom?
Omdat Jezus, als Zoon van God, als mensgeworden Liefde van God, geen andere antwoorden kan geven, dan vanuit de liefde.
Voor deze waarheid heeft Hij zelfs Zijn leven gegeven aan het kruis, om vanuit de liefde van de Vader het nieuwe en verheerlijkte leven te ontvangen en voor ons de hemelpoort te openen.
Zozeer heeft God ons lief, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven.
Als God, die Liefde is, zo vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn?
Moge de liefde tot God en onze naaste in ons blijven branden, zodat wij alles kunnen doen, zoals de lijfspreuk van de H.Ignatius klinkt: "Ad majorem Dei gloriam” , tot meerdere eer van God.
Amen.
 
Hans Smits