Vijfde zondag na Driekoningen

Epistel
Kol. 3, 12-17
Broeders, wilt u als heilige en veelgeliefde uitverkorenen Gods toerusten met een medelijdend hart, met goedheid en bescheidenheid, met zachtmoedigheid en geduld.
Verdraagt elkander, en vergeeft elkander, als gij soms over iemand te klagen hebt.
Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven.
Maar draagt over dat alles heen de liefde; want deze is de band der volmaaktheid.
Laat de vrede van Christus heersen in uw harten; want daartoe zijt gij ook geroepen, als leden van één lichaam.
Weest daarenboven dankbaar.
Moge het woord van Christus onder u wonen in volle rijkdom, zodat gij in alle wijsheid elkander onderricht en vermaant.
En zingt dankbaar God van harte lof in psalmen en gezangen en geestelijke liederen.
Alles wat gij doet met woord of werk, doet alles in de Naam van de Heer Jezus Christus, om aan God, de Vader, dank te brengen door Jezus Christus, onze Heer.
 
Evangelie
Mt. 13, 24-30
In die tijd hield Jezus de menigte deze gelijkenis voor: Het rijk der hemelen gelijkt op een mens, die goed zaad op zijn akker zaaide.
Maar terwijl de mensen sliepen, kwam zijn vijand, zaaide onkruid tussen de tarwe en ging heen.
Toen nu het graan opkwam en vrucht begon te zetten, toen werd ook het onkruid zichtbaar.
Dan gingen de knechten van de heer naar hem toe, en zeiden: Heer, hebt gij geen goed zaad op uw akker gezaaid?
Waar komt dan het onkruid vandaan?
En hij antwoordde hun: Dat heeft een vijandig mens gedaan.
De knechten vroegen hem nu: Wilt gij, dat wij het gaan uittrekken?
Maar hij antwoordde: Neen; want als gij het onkruid uittrekt, zoudt gij misschien ook de tarwe uitrukken. Laat ze beide opgroeien tot de oogst; dan zal ik in de oogsttijd tot de maaiers zeggen: Verzamelt eerst het onkruid, en bindt het in bundels, om het te verbranden; maar bergt de tarwe in mijn schuur.
 
 
 
 


 

Afbeelding invoegen