Vasten, genezing van lichaam en ziel

 
Broeders en zusters in Christus,
Afgelopen woensdag zijn we begonnen met de Vastentijd.
Gedurende veertig dagen zullen we vasten, opdat onze ziel gereinigd zal worden en wij op zuivere wijze onze doopbeloften met Pasen kunnen vernieuwen.
In deze Vastentijd volgen wij Christus in Zijn vasten.
Wij mogen ons daarbij laten sterken door de kerkelijke traditie die het vasten altijd als een bijzondere tijd van genade heeft beschouwd.
Vele kerkvaders en geestelijke schrijvers moedigen ons ook aan om te vasten, om maar enkelen te noemen: de H. Anastasius, de H. Basilius de Grote en de H. Petrus Chrysologus die spreekt over het vasten, als een middel dat de onrust stilt, de gehoorzaamheid beschermt, het lichaam geneest en vrede aan de zielen geeft.
Kort samengevat schrijven deze grote heiligen: het vasten maakt ons heel ontvankelijk voor alles wat van God komt.
Wij mogen in een geordend, opgeruimd hart, Zijn liefde, vrede en kracht ontvangen.
Dit hebben wij nodig om met de bekoringen te kunnen omgaan, bekoringen die telkens op ons afkomen.
Want als we geen bekoringen in ons leven ondervinden, dan mogen we ons heel sterk gaan afvragen of we Christus wel volgen!
Want voor de duivel is iemand die Christus niet volgt geen interessante prooi, die zal hij met rust laten.
Deze mens is reeds zijn bezit!
 

Afbeelding invoegen

Maar wie daadwerkelijk gelooft in Jezus Christus, als Zoon van God, als de Verlosser en dit ook uitdraagt en een bewust geloofsleven heeft, zal niet gespaard blijven van de bekoringsaanvallen door de Satan.
Pater Henri de Greeve omschreef de kronkelende, lovende, biedende en uitslovende Satan als volgt: "Satan is een groot artiest, een meester in het ontwerpen van scenario’s.
Meester in de kleinkunst en het verzinnen van grote geraffineerde krachtsuitingen.
Deze rasartiest heeft alle kleuren op zijn palet.”
Jezus laat ons vandaag in het evangelie zien hoe wij om moeten gaan met de bekoringen.
Hij geeft kort en bondig antwoord op de verleidingen van de Satan.
Hij gaat niet met hem in discussie, geen toenadering, geen water bij de wijn, maar dient de Satan kort en bondig van repliek.
Wanneer wij worden beproefd door de Satan, dan moeten wij er ook direct korte metten mee maken, doen we dit niet dan zijn we voor we het weten door de Satan ingepakt.
Want hij heeft macht in een zondig en zoekend mens, maar tegen een hart dat in waarheid en deemoed leeft is hij helemaal machteloos.
Maar deze macht reikt ook niet verder dan de zondigheid van een mens die hiervoor openstaat.
Christus is gekomen om de Waarheid te laten schijnen, in de door de Satan veroorzaakte duisternis.
Maar hiertegen zal de duivel zich verzetten en dat zien we vandaag gebeuren in de woestijn.
Christus wil met Zijn reinheid alles zuiveren wat door de duivel is bewerkt en de mens gevangen neemt en houdt.
De Satan zet de ene na de andere aanval in om Jezus voor zich te winnen.
Maar Jezus laat Zich niet uit het veld slaan, Hij verkondigd een Goddelijke Boodschap, de Heilige Waarheid.
Deze aanvallen heeft de Satan allen verloren, doch hij gaat door!
De mens gelooft niet meer zo in de duivel en zijn duistere krachten en ziet hem als een sprookjesfiguur, een soort griezelverhaal uit vervlogen jaren.
Maar, misschien wel zonder het te beseffen, geven ze de duivel door hun ongeloof, vrij spel en alle kans om zijn werk te doen.
Eén van de kenmerken is dat de mensheid zoveel denkt te weten en te kennen, zodat niets meer te machtig is.
Men merkt niet eens meer hoe koud het hart is geworden en een verkeerde richting opgaan.
De macht van het geld, vreemde gezinssituaties en relaties, abortus en euthanasie, heiligschennis en ketterij binnen en buiten de kerk, de verwereldlijking van de kerk, het zijn allemaal geen vreemde zaken meer en velen vinden het normaal en acceptabel.
Bijna niemand heeft het nog in de gaten dat we een verkeerde richting opgaan.
Merken de mensen, merken misschien ook wij, dan niet eens meer, dat we langzaam maar zeker een gevangene van Satan aan het worden zijn?Broeders en zusters, alleen wanneer wij weer in staat zijn om met Christus’ ogen te zien, dan zien wij Hem weer.
Naarmate wij steeds meer Christus in ons hart meedragen, wordt Hij in ons levend en zijn we weer in staat Satan te verslaan en zijn aanvallen af te weren.
Laten wij blijven bidden, dat we stand mogen houden, staande mogen blijven, zoals Christus in de woestijn.
Moge de H. Aarstengel Michaël ons daarbij helpen, ons verdedigen in onze strijd en onze bescherming zijn, tegen de boosheid en de listen van de duivel.
Amen.
 
Hans Smits