Octaaf dag van de Onbevlekte Ontvangenis*

"Een goed omsloten tuin zijt gij, mijn zuster.
Mijn bruid, een welgesloten tuin, een verzegelde bron.
Uw vrucht is een Paradijs, o MARIA.
Open mij, mijn zuster, mijn vriendin, mijn duif, mijn Onbevlekte!” (1ste responsorie van de 3de nachtwake).
 
MARIA – door de dag: Laten wij ons met bewustzijn door Maria laten leiden; wij zullen er verbaasd over staan, hoe vele Maria gebeden en gedachten wij ontmoeten.
Hoe dikwijls bid ik in het breviergebed het Ave Maria, dat eens uit de mond van de Engel de grote verlossingsdag van de wereld inluidde.
Het is een Adventsgebed.
De heerlijke Maria antifoon: Alma Redemptoris Mater, moet ik heden overwegen en bidden:

"Milde moeder van de Heer, Eeuwige Hemelpoort
Blijf ons een reddende ster op zee: O kom te hulpe Uw gevallen volk, dat verlangt op te staan.
 

Afbeelding invoegen

Gij die tot verbazing van de natuur uw eigen Schepper hebt gebaard; Maagd vóór de geboorte en daarna, hebt gij uit Gabriëls mond die zalige groet vernomen.
O heb medelijden met de zondaars!”
 
Het heerlijk lied is geheel vervuld van de nood en het verlangen van de Advent.
Daar treedt Maria te voorschijn.
Haar brengt Gabriël de boodschap, dat zij door de Heer, haar Schepper, is uitverkoren de moeder van de Zoon van God te worden.
Zo werd zij voor de naar verlossing reikhalzende uitziende mensheid de poort van de Hemel, d.w.z. degene, die door haar medewerking aan het verlossingswerk meehelpt de gesloten deur van de hemel te openen.
Zij is voor de in de nacht van zonde en dwalende mensheid datgene, wat eens voor op de uitgestrekte zee zwalkende schepen de sterren waren, die hun de richting naar de reddende haven wezen.
Zo is het lied, dat wij nu dagelijks minstens tweemaal zingen onze opheffing uit de nacht van de Advent, het licht van Kerstmis tegemoet.