O Wijsheid, die alles krachtig en toch met goedheid regelt*

Met de 17de december begint de laatste voorbereiding van de Kerk op Kerstmis door de zeven O-antifonen, die met bijzondere plechtigheid bij de vespers gezongen worden.
 
De eerste antifoon luidt:
"O Wijsheid, uit de mond van de Allerhoogste voortgekomen.
Gij reikt van het ene einde tot het andere, regelt alles krachtig en toch met zachtheid.
Kom, toon ons de weg van de wijsheid!”
 
Het leven van de Zoon van God vóór de tijd in de schoot van de VADER en zijn openbaring in de schepping!
De schepping is een afbeelding van het rijk van de Genade, waarin de Verlosser van onze zielen "krachtig maar liefderijk” bestuurt.
 
Overweging:
Bij de beschouwing van deze antifonen kunnen we de volgende weg inslaan:
Het zijn gelijkenissen of beelden; eerst beschouwen we de gelijkenis, dan lichten wij het punt van vergelijking (tertium comparationis) er uit en proberen de uitleg:
A. het beeld: Wanneer wij de boeken van de Wijsheid van het Oude Verbond lezen, dan komen wij telkens weer een lofprijzing van de wijsheid tegen.
Ze wordt eerst in objectieve zin geschilderd als eigenschap van God, die dikwijls als persoon optreedt.
Ze gaat van God uit, is door Hem voortgebracht, is de adem van zijn kracht, het uitvloeisel van zijn heerlijkheid; zij is zijn lievelingsdochter, die van het begin der schepping af voor God stond en Hem bij de schepping van alles behulpzaam was.
Uit dit begrip van de wijsheid ontwikkelde zich later de leer van de LOGOS (het Woord) bij Johannes.
De menselijke wijsheid wordt echter ook als menselijke eigenschap (subjectief) voorgesteld; ze is de grondslag van alle deugd.
Ze is niet zozeer weten en menselijke wijsheid, maar levenswijsheid, ja, heiligheid.
 

Afbeelding invoegen

Haar innigste beginsel is de vreze Gods ("het begin van alle wijsheid is de vreze des Heren”); haar laatste doel is de erkenning van God en de liefde tot God.
Deze tekst is voor het eerste gedeelte uit het boek Ecclesiaticus van Jezus, de kleinzoon van Sirach,24,5 (Vulgaat), voor het tweede deel uit Wijsheid, 8,1.
Wie een bijbel bezit verzuime niet deze plaatsen na te lezen en trachten ze enigszins te begrijpen.
In hooggestemde poëzie wordt daar zowel de oorsprong als de mede scheppende en regelende wijsheid geschilderd.
Wij weten dat deze plaatsen in de volledige betekenis op de tweede goddelijke persoon slaan en de Liturgie bedoelt hier ondubbelzinnig: de Zoon van God.
Hij is "uit de mond van de Allerhoogste voortgekomen” d.w.z. uit het Wezen van de VADER voortgebracht; er is hiervan de eeuwige oorsprong van de Tweede Persoon uit de Eerste sprake.
Daarna wordt van de scheppende werkzaamheid van de Zoon van God gesproken.
Johannes zegt in zijn proloog: "Alles is door het Woord (de Logos) ontstaan; en zonder Hem is niets ontstaan”.
Paulus zegt: "Want in Hem werd alles geschapen, wat in de hemel en op aarde is, het zichtbare en onzichtbare (Kolosse 1,16).
Dus ook volgens het Nieuwe Testament is CHRISTUS als voor wereldlijke Logos, Schepper, Mede- schepper, het oerbeeld van de gehele schepping. Treffend zegt deze tekst, dat de LOGOS in zijn Wijsheid alles omvat en regelt.
De twee onontbeerlijke eisen van een verstandige regering zijn: energie en mildheid.
Door het eerste bereikt Hij het doel, door het tweede wendt Hij de middelen aan, die met de krachten van de medewerkers overeenkomen.
Wij zouden over de wijsheid, kracht en matigheid in de schepping kunnen nadenken.
Maar dit alles is slechts beeld, slechts voorportaal van onze overweging.
 
B. Verklaring: Veel meer dan de Schepper is het de taak van de antifoon de nieuwe Schepper en Verlosser te schilderen.
De Schepper met haar verheerlijkte wijsheid, ordening, kracht en goedheid is slechts een zwak beeld van de nieuwe schepping in het Rijk Gods, dat CHRISTUS in de Kerk en in de ziel sticht.
Daar "reikt Hij van het ene naar het andere”; Hij is en blijft in Zijn Kerk tot aan het einde der wereld.
Hij is het Hoofd van zijn Lichaam, de Kerk.
In Hem woont de ganse volheid der Godheid.
En "wat regelt Hij alles krachtig en toch met goedheid!”
Ja, dat is de uitdrukking van zijn God menselijke persoonlijkheid: fortiter et suaviter”.
Wij zouden voor beide eigenschappen trekken uit zijn leven op aarde kunnen aanhalen, hoe Hij buitengewoon energiek en krachtig kan zijn en dan weer zo zacht en teer.
En hoe deze beide eigenschappen zich wederkerig in elkaars armen werpen.
De mildheid maakt hem niet krachteloos en de kracht maakt Hem niet hard.
Maar zijn leven op aarde is weer gelijkenis van zijn werkzaamheid in de Kerk en in de ziel. – De schepping is voor ons afbeelding van de nieuwe schepping.
Deze weg behandelt de Liturgie ook bij voorkeur.
In het Officie van Pinksteren bidden wij de scheppingsalm 104 en denken daarbij aan de nieuwe schepping door de Heilige Geest.
Wij bidden dus, dat CHRISTUS, de goddelijke Wijsheid, in ons het Godsrijk moge stichten met die regeling, met die kracht en goedheid, waarmee in den beginne het scheppingswerk is tot stand gebracht.
"Leer ons de weg der wijsheid”: wat bevat deze bede alles!
Maak ons tot hele Christenen, die alle delen van ziel en lichaam met het zuurdeeg van het christendom doordringen, het verstand, de wil, het gemoed.
Maak ons tot christelijke persoonlijkheden, die energie met mildheid verenigen.
Laat ons sterk zijn in de strijd tegen de Hel, de wereld en het IK; laat ons zacht zijn in de liefde tot God en tot de naaste.
Onze ziel worde mannelijk, dapper en heldhaftig tot het martelaarschap; ze zij echter ook maagdelijk, zacht en teer als een bruid.
In deze betekenis bidden wij : Kom! Uw Rijk kome!