Laten wij naar Bethlehem gaan

 
Feestvierende gelovigen,
Er was voor Jozef en Maria geen plaats in de herberg, ze moesten maar elders onderdak zoeken.
De herbergier wees hen een stal aan, ergens ver van de bewoonde wereld.
Maar toch betekende dat niet dat de geboorte van Christus voor de wereld onopgemerkt zou blijven.
De herders kregen vanuit de hemel een grote taak om mee te werken aan de heilsgeschiedenis.
Engelen komen de herders bezoeken en ze zeiden tot elkaar: "Laten wij naar Bethlehem gaan”.
Herders stonden bekend als ruig volk, die getekend waren door de hardheid van het bestaan, maar juist zij waren de eersten die bij het Christuskind verwacht werden.
De drie koningen kwamen pas veel later.
In onze wereld gaat het juist andersom.
Bij de geboorte van koninklijk kind worden eerst de hoogwaardigheidsbekleders uitgenodigd en pas daarna een geselecteerd gezelschap uit de burgerij.
Maar daarom is de geboorte van het Kind Jezus ook zo heel anders, hij is geboren voor alle mensen.
 

Afbeelding invoegen

De eerste vertegenwoordigers van alle mensen waren dan ook zij die volgens de aardse normen niet zo veel hadden in te brengen in de wereld, achtergesteld waren.
Maar juist zij bezaten geloof, zij geloofden dat het Kind van Bethlehem een Goddelijk Kind is.
Zonder aarzeling gingen zij haastig op weg: "Zij spoeden zich er heen en vonden Maria en Jozef en het Kindje, dat in de kribbe lag.”
Daar aangekomen vertelden ze wat er was gebeurd, dat een engel, omringd door een hemelse heerscharen, hen had verkondigd dat er een Redder was geboren, Christus de Heer.
"Allen, die het hoorden, stonden verbaasd.”
God heeft dus de zwakken aangewezen tot medewerkers van Zijn verlossingswerk.
De herders geloofden hetgeen zij gezien en gehoord hadden.
Dit geloof van deze eenvoudige herders moge ons tot voorbeeld zijn.
Mogen ook de engelen tot óns zeggen: "Gij zult een Kindje vinden, dat in doeken is gewikkeld en ligt in een kribbe”.
Dat wij de dagelijkse sleur van het leven even vergeten en ons overgeven aan deze simpele woorden.
Hoe wonderlijk is het dat de mens God zoekt en dan een Kind vindt.
Maar even wonderlijk is het dat dit Goddelijk Kind naar de mensen is gekomen.
Dat is Kerstmis, vreugde en blijheid vanwege de geboorte van een Kind, een Kind dat ons heil is.
Dit Kind is onze redding, omdat door de zonde van Adam en Eva de mensheid verloren was.
De wachters stonden voor de poort van het paradijs, waaruit de mens was buitengeworpen en daarom niet meer konden delen in Gods heerlijkheid.
Maar beste medegelovigen, laten we eens luisteren naar die prachtige eerste woorden van het Johannesevangelie:
 
"In principio erat Verbum, et Verbum erat apud Deum, et Deus erat Verbum.
Hoc erat in principio apud Deum.
Omnia per ipsum facta sunt, et sine ipso factum est nihil, quod factum est;in ipso vita erat,et vita erat lux hominum: et lux in tenebris lucet, et tenebrae eam non comprehenderunt.”
 
"In het begin was het Woord, en het Woord was bij God, en het Woord was God.
Dit was in het begin bij God.
Alles is door Hem geworden, en zonder Hem is er niets geworden van hetgeen er geworden is.
In Hem was het leven, en dit Leven was het licht der mensen; en dat Licht schijnt in de duisternis, maar de duisternis heeft het niet begrepen.”
 
Uit deze prachtige woorden kunnen we opmaken dat het al vanaf het begin om Christus zou gaan.
Hij is het Begin en Einde, de Alpha en de Omega, en dat wil de apostel Johannes met ons delen.
Maar het belangrijkste, iets waarvoor wij terecht onze knieën buigen, is Zijn Menswording.
"Et Verbum caro factum est et habitavit in nobis.”
"En het Woord is vleesgeworden en Het heeft onder ons gewoond.”
Ja, wat een groot mysterie is God, en hoe groot is het mysterie van de schepping!
Dit overdenkend, stilletjes vertoevend bij de kerststal, kunnen we alleen maar stil worden en dankbaar zijn.
Laten wij ons dan niet laten afleiden, onze gedachten laten beheersen door allerlei bijkomstigheden.
Want voor wie het Kind in de kribbe, zijn God, gevonden heeft, is het Kerstmis, of de zang nu vals was of niet, mooie of minder mooie versiering, veel of weinig kaarsen, dat is bijkomstigheid en stemming, dat is muziek en gevoel, niet onmisbaar.
Maar hij of zij heeft dan iets oneindigs, lichtend, majestatisch, onafzienbaars gevonden en dan doet het andere er niet meer zo veel toe.
Velen zeggen: Het lijkt een sprookje?
Nee, het is werkelijkheid: een Kind, een mens, God zelf!
En als we zo naar het Kind in de kribbe kijken, Zijn handjes naar ons uitstrekkend, mogen onze gedachten uitgaan naar het wonder van Gods Menswording.
Mogen in deze Kerstdagen velen het Kind Jezus en daarmee God vinden en opnemen in hun hart.
In deze geest wens ik u allen een Zalig en Gezegend Kerstfeest toe.
Amen.
 
Hans Smits