Kom, bevrijd ons en toef niet langer*

De derde antifoon zingen wij heden in de vespers:
"O wortel van Jesse.
Gij staat daar als standaard voor de volken;
Voor U zullen koningen eerbiedig de mond sluiten, de heidenen hun knie buigen.
Kom bevrijd ons en talm niet langer”.
 
Het geliefkoosde beeld van der wortel van Jesse!
 
Beschouwing:
Beeld en voorspelling.
De tekst is uit het boek van de profeet Isaïas genomen, althans uit verschillende verzen (11,1; 11,10; 52,15).
Trachten wij de samenhang te begrijpen.
De profeet ziet in de geest, hoe Juda en het koningschap van David vernietigd wordt.
Maar in de wortel blijft een heilig ZAAD.
Uit de wortel van Jesse ontspruit een twijg.
Deze twijg wordt standaard voor alle volken.
Koningen zullen eerbiedig voor Hem zwijgen en heidenen zullen Hem aanbidden.
Het is duidelijk voor ons, dat de profeet van de Messias spreekt.
Het koninklijk geslacht van David is sedert de ballingschap onttroond.
En een half duizend tal jaren in de verborgenheid: dat is de wortel van Jesse (de vader van David heette zo).
Maar met CHRISTUS brengt die wortel van Jesse een nieuwe loot voort.
De troon van David wordt bezet.
 

Afbeelding invoegen

Daarom sprak de Engel tot Maria: "God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David geven en Hij zal heersen over het huis van Jacob in eeuwigheid”.
Christus is dus de wortel van Jesse, zowel als nakomeling van David als in zijn koningschap.
Tegelijk wordt ook de uiterlijke geringheid van Christus en zijn geboorte in Bethlehem meegedeeld.
In het volgende wordt het koningschap van Christus geschilderd: Deze kleine twijg zal het verenigende centrale punt van alle volkeren worden, waarom zich de naties, als soldaten en vazallen om het vaandel of het veldteken van hun koning zullen scharen.
Vol verlangen zullen de heidenen er zich om verzamelen en zich bekeren, Hem als Heerser erkennen.
De verheerlijking van de Messias zal zo groot zijn, dat zelfs de koningen van bewondering en verbazing de mond sluiten en slechts zwijgen kunnen.
 
Vervulling en verklaring:
De antifoon zegt ons dus iets tweevoudigs: CHRISTUS, uiterlijk klein, sticht het Godsrijk, dat de gehele aarde zal omvatten, alle volkeren tot zich trekt en hoog en laag onder zijn bekoring brengt.
De gelijkenis van het mosterdzaad is daar uitgedrukt.
De geschiedenis van de Kerk en ook de geschiedenis van onze ziel geeft menigmaal de vervulling van deze voorspelling.
Zulk een beschouwing is buitengewoon verblijdend en sterkt het Geloof.
Hoe is toch al het echt christelijke zo klein begonnen, van de geschiedenis van de Apostelen af tot ons.
Alle sensatie, alles wat lijkt op met sprongen vooruitgang, bleef ver van het Godsrijk verwijderd.
En toch, wat een geweldige macht werd het Godsrijk voor de waarachtig begenadigde!
Er was geen hindernis te groot, geen vervolging te bloedig.
CHRISTUS of zeggen wij het Kruis, is de standaard der volkeren, waaromheen zich alles schaart, wat voor verlossing in aanmerking komt.
 
– En nu de bede: "Kom, bevrijd ons, talm niet langer”.
Hoe sluit deze bede bij het heerlijke beeld van het Godsrijk aan?
Wij zien de donkere bladzijde.
Nog zoveel mensen zijn niet onder de ban van de aantrekkingskracht van de Verlosser; vele koningen en volkeren sluiten de mond niet voor CHRISTUS; integendeel, nog "razen de volken…komen de koningen der aarde bijeen, spannen de vorsten samen tegen God en zijn Gezalfde”(Psalm 2).
Ook daarbinnen in het huis van de ziel is CHRISTUS nog niet in alle gebieden koning.
Daarom roepen wij innig: "Uw Rijk kome tot ons”.