Ieder, die uit de waarheid is, luistert naar mijn stem

 
Feestvierende gelovigen,
De inhoud van het koningschap is in onze dagen praktisch helemaal uitgehold.
Toen paus Pius XI dit feest instelde, had hij zeker niet het wereldse koningschap voor ogen.
Niet de koning met een leger, maar het Goddelijk Koningschap, de verheerlijkte Christus, als Heer, Verlosser en Koning.
Hij die zegt: "Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven.
Niemand komt tot de Vader tenzij door Mij.”
"Rex sum Ego, Koning ben Ik”, zegt Christus tot Pilatus.
"Daartoe ben Ik geboren en daartoe juist in de wereld gekomen, om te getuigen van de waarheid.
Ieder die uit de waarheid is, luistert naar mijn stem.”
Waarop Pilatus antwoordt: "Quid est veritas? – Wat is waarheid?”
Ja, dacht Pilatus: wat moet ik daarmee?
In vele Europese landen worden ook steeds meer de schouders opgehaald over Gods Geboden en de Leer van de Heilige Kerk en men reageert veelal als Pilatus: "wat moet ik er mee, gun de mens vrijheid, waar haalt men het recht vandaan om mensen aan "banden” te leggen”, en volgens hun zeggen, buiten te sluiten.
Dat is toch allemaal voorbij, achterhaald, we moeten vooruit kijken.
Maar het zijn de Geboden die God ons gegeven heeft, de HH. Sacramenten die door Christus zijn ingesteld, daar kan en mag geen paus, geen kardinaal, bisschop of priester iets aan veranderen.
Christus heeft door Zijn kruisoffer de hele mensheid met God verzoend en de macht van het kwaad, van Satan gebroken.
God heeft Hem hoogverheven en Hem een eeuwigdurende heerschappij gegeven.
Hij regeert als Koning, niet zoals de wereldse machten, maar doormiddel van het kruis en genade!
 

Afbeelding invoegen

Door het Heilig Doopsel is deze genade in ons gekomen om "ja” te kunnen zeggen tegenover God, tegenover Zijn Woord en Zijn Geboden!
Een "ja” waardoor wij ons verenigen met de H.Wil van God.
In de wereld en ook in de kerk van vandaag probeert men alles op te ruimen wat lastig is, wat pijn of verdriet doet, zinloos lijkt enz.
God moet zich maar aanpassen!
Velen lijken alleen maar in naam christen te zijn en behandelen Christus als schijnkoning.
Ze blijven uiteindelijk zelf koning over hun leven, over hun doen en laten.
Maar juist de mate waarin men Christus als koning serieus neemt, bepaalt ook veel van het doen en laten in het dagelijks leven.
Men kan nog zo vroom knielen en allerlei kerkelijk vrijwilligerswerk doen, maar als men graag ziet dat anderen voor hen gaan knielen, anderen minder achten dan zichzelf, dan is hun hart voor Christus nog steeds gesloten.
Ja, Christus brengt verdeling tussen mensen: aan de ene kant de "zijnen” die het licht zoeken en de waarheid en aan de andere kant de "wereld” die in duisternis dwaalt.
Christus is de koning van de waarheid en de enige macht die hij in de strijd wil brengen is de macht van de liefde, die de waarheid bemint.
Een koningschap, niet triomfantelijk, maar één dat voortdurend bestreden wordt door anderen, die de duisternis meer liefhebben dan de waarheid. Broeders en zusters, Christus heeft tijdens Zijn leven hier op aarde alles op zich genomen en aan de Vader aangeboden op het kruis.
Ook de zonden en de kwaadwillendheid van de mensen.
Elk christen is sindsdien geroepen om te leven in navolging van Christus, om zo de wereld te heiligen, het kruis op te nemen en zich door het Heilig Missoffer met Christus te verenigen.
Hier wordt de diepste vrede geschonken.
En die vrede, deze genade die wij ontvangen, daarvan willen en moeten wij getuigen.
Het wordt langzaamaan tijd dat ook wij als volgelingen van Christus, met de krachtige steun van de Heilige Geest de handen uit de mouwen steken en overal durven opkomen voor de waarheid van het Geloof.
Een geloof en leer, dat van alle kanten wordt aangevallen en in een ras tempo verslapt en aangepast wordt aan de wereldse normen, zonder verbod of gebod.
Laten wij blijven bidden en vooral luisteren naar de stem van Christus, onze Koning, want zegt Hij: "Ieder, die die uit de waarheid is, luistert naar mijn stem”.
Laten wij ons niet door de rook van Satan laten bedwelmen!
Moge de Waarheid, die Christus zelf is, zegevieren.
Amen.
 
Hans Smits