Heilige JOSAPHAT*

 

Heilige JOSAPHAT, bisschop & martelaar.

Sterfdag: 12 november 1623;
heilig verklaard:1867;
In de feestkalender opgenomen 1882;
Graf: Oorspronkelijk in Polock.
Zijn relieken werden in 1875, toen Rusland het laatste geünieerde bisdom van Chelm onderdrukte, naar een geheime plaats gebracht en kwamen in de wereldoorlog (1914-1918) in Wenen, waar zij heden in de geünieerde kerk van de Heilige Barbara worden vereerd.
Zijn lichaam ligt daar zichtbaar in een glazen doodkist, met de bisschoppelijke gewaden bekleed, voor een deel onbedorven.
Leven: In de tijd, waarin meer dan anders voor de hereniging van de afgescheiden oosterse kerken wordt gewerkt en gebeden, moest de grote voorvechter en patroon van de hereniging met Rome weer meer vereerd worden.
Josaphat Kuncewitz (geboren in 1580) afkomstig uit Vladimir in Wolhynië.
Als kind zou zijn hart bij een verhaal van de lijdende Heiland door een pijl uit de zijdewonde van de Gekruisigde getroffen zijn.
Hij werd in 1604 Basilianer monnik; Hij leidde een streng en verstorven leven, ging ook ‘s winters barrevoets, onthield zich van het genot van vlees en wijn, droeg voortdurend een boetekleed.
In 1614 werd hij archimandriet van Wilna en in 1618 aartsbisschop van Polock;
als zodanig arbeidde hij onvermoeid voor de hereniging van de Kerken.
 

Afbeelding invoegen

Hij was een grote vriend van de armen, zodat hij eens zijn aartsbisschoppelijk pallium verpandde om een arme weduwe te ondersteunen.
De vijanden van de hereniging besloten hem ter dood te brengen.
Hij zelf voorspelde in een preek dat zijn dood op handen was.
Toen nu Josaphat op een visitatiereis te Vitebsk (Polen) kwam, overvielen de vijanden zijn woning en richtten eerst onder zijn gevolg een bloedbad aan; de barmhartige man Gods snelde hun tegemoet en riep hun vol liefde toe: "Mijn kijnderen, wat doet gij?
Waarom vermoordt gij mijn dienaren en vrienden?
Als gij tegen mij iets hebt, zie hier ben ik!"
Zij vielen op hem aan, verwondde en doodden hem tenslotte met het zwaard op 17 November 1623 in de ouderdom van drie en veertig jaar.
Zijn lichaam wierp me in de rivier, het dreef echter, door een lichtglans omgeven, weer boven en werd geborgen.
Zijn moordenaars, die ter dood veroordeeld werden, bekeerden zich onder het afzweren van het schisma.