Feest van het Allerheiligst Sacrament.

 
Op Witte Donderdag (Gründonnerstag) hebben wij de instelling van het Heilig Misoffer gevierd…maar in een gedempte stemming… vanwege het Heilig Triduum van de Lijdenstijd.
We hebben gezien, hoe het geslachte Lam, dat in de tempel geofferd was, door de twee leerlingen Petrus en Johannes werd klaargemaakt om als hun laatste communie in het Oude Verbond genuttigd te worden.
Hoe daarna het Paaslam Offer van het Nieuwe Verbond werd ingesteld en hoe dit geslachte LAM, dat in de Hemel wordt aanbeden door engelen en oudsten, heden in ons midden is in het Heilig Misoffer.
Zo is de feestzaal in de Hemel rijk, waarover CHRISTUS in de parabel spreekt, reeds op aarde werkelijkheid geworden.
Want deze feestzaal is ook de heilige Kerk en het gastmaal is ook de dis, of de Communiebank, waaraan wij met eerbied de gaven van Christus’ Lichaam en Bloed ontvangen.
Eerbied voor de heilige Gaven van Christus Lichaam en Bloed heeft de Liturgie van de Kerk eeuwen door met tal van vormen verrijkt.
De Heilige Hostie wordt bewaard en aanbeden; want hier is Christus zelf.
De Heilige Gedaante wordt bewierookt en in processie rondgedragen; want de aanbidding en de lofgezangen van de gelovigen, die knielen voor het heilig Sacrament, gelden hetzelfde LAM, dat in de Hemel aanbeden wordt door de nimmer eindigende jubel van engelen en heiligen.
De vroomheid van de gelovigen heeft deze dag uitgekozen om het Altaar van het heilig Sacrament met bloemen te sieren en meer dan anders de lof te zingen van Christus’ tegenwoordigheid.
 

Afbeelding invoegen

Want als wij vandaag neerknielen voor de Heilige HOSTIE, of in blijde ommegang de sacramentele tegenwoordigheid van de Heer belijden, overwegen wij toch eerst dat Hij onder ons tegenwoordig wilde blijven om te dienen tot spijs en drank.
O wonder van macht van onze GOD…O wonder van zijn heerlijkheid.
Met welk een verlangen heeft Jezus uitgezien in de Communie met onze zielen te verenigen.
"Met groot verlangen heb ik verlangd dit Paasmaal met U te eten."
Zo sprak hij in de nacht waarin Hij dit Geheim van liefde heeft ingesteld. 
Om ook bij ons het verlangen levendig te maken Hem in de Communie te ontvangen, wekt hij ons niet alleen daartoe op door zijn herhaalde uitnodiging, niet alleen zegt Hij: "Komt en eet van mijn Brood en drinkt van de wijn die Ik u gemengd heb, maar Hij legt het ons op als een gebod: "Neemt en eet, want dit is Mijn Lichaam."
Nog meer, opdat wij Hem toch maar zouden ontvangen, lokt Hij ons aan door de belofte van het Paradijs: "Wie mijn vlees eet, heeft het eeuwig leven; wie dit Brood eet zal leven in eeuwigheid.
Ja, Hij bedreigt ons met de Hel; hij dreigt ons te zullen uitsluiten van de Hemel, indien wij weigeren Hem te ontvangen.
"Indien gij het vlees van de mensenzoon niet eet, zult gij het leven niet in U hebben,"
Dit verlangen, ja, deze aandrang komt tot uiting in het Evangelie van vandaag.
"Een man bereidde een groot gastmaal en nodigde velen daartoe uit.
Toen het uur van het maal naderde, zond hij zijn knecht uit en liet de genodigden zeggen, dat zij konden komen: alles was bereid, …omnia parata sunt…
Maar de genodigden echter lieten zich bij de gastheer verontschuldigen: de één heeft een landgoed, de ander een paar ossen gekocht…een derde heeft een vrouw genomen en kan niet komen.
Toen werd de huisvader toornig en zei tot de knecht: "Ga uit naar de straten en stegen en breng samen de armen en zwakken, de blinden en lammen binnen.
Ja ga naar de wegen en heggen en dwing de mensen binnen te komen, opdat mijn huis vol worde.
Ik zeg u echter, geen van hen die genodigd waren zal mijn maal proeven." (evangelie).
Het Gastmaal is klaar, vandaag, ja dagelijks, in de Heilige Mis.
De verzadigden d.w.z. zij, die slechts aardse, stoffelijke belangen en behoeften kennen, wijzen de uitnodiging tot het eucharistisch Maal af: zij vinden er geen smaak in.
Maar de geestelijk armen echter, de van ongeregelde begeerten, naar het aardse onthechtten, de zieken en zwakken, de door het leven niet gezegende, die zijn het, die het heilig Maal van de Eucharistie genieten.
En daar horen wij bij…
"De hongerigen verzadigt Hij met goederen, de verzadigden laat Hij ledig weggaan."(Lucas 1,53)
AMEN!
 
H. Havee