Een profeet wordt overal geëerd behalve in zijn eigen stad

De toehoorders, beste medeparochianen, waarmee Jezus te doen heeft kunnen zich niet voorstellen dat Hij, de zoon van een timmerman, wonderen kan doen en uitspraken doet met zoveel wijsheid.
Ziet u het al voor zich?
Al die mensen die naar elkaar toelopen en dan tegen elkaar fluisteren: "Waar heeft hij dat vandaan?
Is die jongeman vergeten waar hij vandaan komt.
Zijn vader een dorpstimmerman.
En we lezen dan:”ze namen er aanstoot aan”.
Wij horen overigens heel vaak in het evangelie dat Jezus door velen werd afgewezen en ergernis aan Hem namen.
 

Dat begon al vlak voor Zijn geboorte tot aan de kruisdood.
Maar nu Hij zelfs thuis is, in Zijn eigen dorp, wordt Hem ook daar het zwijgen opgelegd.
Zo iemand die wij kennen kan dat niet.
Dat is onmogelijk!
Als we het evangelie lezen van Johannes, beschrijft en bevestigd hij dit heel duidelijk: "Hij kwam bij de zijnen, maar de zijnen aanvaarden Hem niet”. Ongeloof was de grote boosdoener.
En dat ongeloof speelde ook in Jezus tijd een grote rol.
Maar ook nu maken we dat nog wel eens mee, de manier waarop Jezus beoordeeld wordt.
Nu noemen we dat mensen in hokjes plaatsen.
" Wat verbeeld hij zich wel, is hij vergeten waar hij vandaan komt. We kennen zijn hele familie. Hij hoeft echt niet zo van de toren te blazen.”
Zeiden de mensen daar in Nazareth, maar ook nu worden mensen in een hokje geplaatst.

Daarbij komt dan nog dat wij ons oordeel vaak baseren op wat er vaak zo opgevangen wordt, zonder eerst iets te onderzoeken, deze mens of groepering te ontmoeten en te leren kennen.
De manier om een mens dan bestempeld wordt heeft niets meer met naastenliefde te maken.
Want, broeders en zusters, laten we eerlijk zijn, ons leven bestaat toch uit een aaneenschakeling van herstellen, veranderen en telkens weer opnieuw beginnen.
Ook voor diegenen die anderen zo graag nawijzen.
Ook Jezus werd door zijn volk, zijn eigen mensen, zijn dorpsgenoten, in een bepaald hokje gestopt en nagewezen.
Men vond het maar vreemd dat Hij niet was zoals zij. In hun ogen had Hij het recht niet.
Waarom die wonderen, dat onderricht, die wijsheid?
Ze ergerden zich groen en geel aan Jezus.
Ze maakten het Hem onmogelijk om in hun midden de Blijde Boodschap te verkondigen, laat staan wonderen te doen.
Als we nu dit evangelie zo horen, heeft dan ook niet iets met ons eigen leven te maken?
Wat is het toch prachtig dat wij een plaats kunnen vrijhouden voor Christus, die toch vaak onverwachts ons leven binnenkomt, op momenten en in situaties zodat het bijna ongeloofwaardig wordt.
En jammer genoeg zijn er velen die moeite hebben met Gods wonderen , ook nu in onze tijd.
Mensen voor wie de Kerk een aanstoot is, een Kerk met haar leer en moraal.
Een Kerk ook waar God waarachtig tegenwoordig is, verborgen onder eenvoudige gedaanten van brood en wijn.
Die Zijn eigen Lichaam en Bloed aan ons wil schenken, als telkens weer een hernieuwd kruisoffer.
Een Kerk waardoor God ons juist Zijn heil wil schenken en door de Sacramenten ons onzichtbare heilsgaven aanbiedt.
Ja, Broeders en zusters, om dit te geloven, dat is een genade die wij van God mogen ontvangen, zodat er een plaats overblijft in ons voor het onbekende en onverwachte, voor Goddelijke en het mystieke.
Laten wij proberen om voor Hem een plaats vrij te houden, zodat Hij op elk moment kan komen.
En dat zal ons ongetwijfeld vaak veel moeite kosten en zal niet gaan zonder slag of stoot.
Want het kwaad, de duivel, zal ook zeker niet stil zitten en uit alle macht proberen een plaats te veroveren door ons de geneugten van het aardse leven te laten proeven.
Maar Gods rijk, beste mensen, is nog steeds komende en vol verrassingen.
Daarom moeten wij er moeite voor doen om verder te kijken dan de mensen van Nazareth toen, verder kijken dan onze neus lang is. Verder kijken dan onze aardse belangen en verlangens, die van tijdelijke aard zijn.
Het evangelie van Christus is geen Blijde Boodschap alleen voor ons aardse leven, maar van eeuwig Leven.
Het gaat om een leven dat verder reikt dan wij kunnen beseffen, over alle grenzen van dit aardse leven, verborgen voor elk levend wezen, tot dat Gods ons roept om daar bij Hem gelukkig te zijn.
Laten wij steeds weer openstaan voor het onverwachte.
En mocht Hij onverwacht aan onze deur kloppen, moge het ons dan gegeven zijn te voelen en beseffen dat Hij het is.
Amen.
 
Hans Smits