24ste en LAATSTE Zondag na Pinksteren

 
Vandaag, broeders en zusters, zien we weer dat de eeuwenoude LITURGIE van onze Kerk een goddelijk kunstwerk is.
Bij het einde aan het schooljaar van GOD heeft de Kerk ons in het afgelopen jaar willen opvoeden.
En nu horen wij over de WEDERKOMST van DE HEER.
We zaten in deze kerk als gasten in de bruiloftszaal van het LAM GODS, en werden wij reeds op het einde van de wereld voorbereid.
We keken als maar naar de ‘deur’ of die nog niet openging voor de koning, die zou binnenkomen. (19de zondag) les: we moeten ook met het bruiloftskleed aan van de Heiligmakende genade.
We riepen vanuit onze ballingschap: "Aller ogen zijn op U gericht. Ons hart is bereid…Och, Heer, kom toch eer mijn kind sterft…”(20ste zondag)
We zagen hoe een koning zijn dienaren ter verantwoording riep en we hoorden tot verbazing van die dienaar, die zijn overgrote schuld door de grootmoedige Koning kreeg kwijtgescholden. (21ste zondag)
De ‘jongste dag’ staat CHRISTUS” voor de deur, staat voor ons.
Het goede werk van ons leven, bij de DOOP begonnen, moet op de "dag van CHRISTUS” af zijn, voltooid.
Wij moeten zuiver en onberispelijk zijn.
Beladen als een vruchtboom met de vruchten van HEILIGHEID en GERECHTIGHEID. (22ste zondag)
We zagen de Levenwekker, die stellig beweert, dat de mensen niet dood zijn maar slechts slapen.
En ze bij de hand neemt en ze doet opstaan uit hun doodslaap op de jongste dag.
 


En vol vreugde zeiden wij: "We verwachten de Verlosser, onze Heer JEZUS CHRISTUS; Hij zal het lichaam van onze nietswaardigheid veranderen en gelijksoortig maken aan Zijn verheerlijkt Lichaam”.(23ste zondag)
Voor ons geestesoog opende zich toen twee mogelijk heden: de hemel of de hel.
"Tegen de tijd van de oogst zal ik mijn dienaars zeggen: verzamelt het onkruid en bindt het in bussels om te worden verbrand
De tarwe echter moeten jullie opbergen in mijn schuren”.(24ste zondag )
Tenslotte zagen wij hoe de voltooide kerk de geweldige boom uit het nietige mosterdzaadje voortgesproten, zijn takken uitspreid over heel de aarde en de vogeltjes d.w.z. de volkeren van de hele wereld in zijn takken komen wonen.(25ste na Pinksteren).
Zó heeft de Kerk ons voorbereid op het ‘einde van de wereld’ en we roepen vanuit ons ballingsoord, dit "tranendal”: "Aan de oevers van de stromen van Babylon zaten we en weenden, omdat we dachten aan Sion” en uit de afgrond van onze erfschuld: "De profundis clamavi ad te, Domine …uit de diepten riep ik tot U Heer!” Heer luister naar mijn stem”.
Wat wil de het Evangelie ons vandaag zeggen?
Ze stelt ons de verwachte wederkomst van de Heer voor ogen op de Jongste Dag.
Na een heftige confrontatie met de Joden had Jezus met zijn leerlingen de tempel verlaten en hen de komende verwoesting van tempel en stad in het vooruitzicht gesteld.
Dan vragen zij wanneer zal dit geschieden en wat zijn de tekenen van Uw wederkomst.
En het einde van de wereld?
Want de verwoesting van Jeruzalem betekende voor de apostelen het einde van de wereld.
Voor hen was Jeruzalem hun wereld en zij zagen dat er zonder Jeruzalem niets meer was.
Over de ondergang van Jeruzalem, zegt Jezus tegen de Apostelen, dat zij moeten acht geven op de voortekenen.
Als zij zien hoe de vijanden de Tempel verwoesten, dan moeten zij zo snel mogelijk naar het gebergte vluchten, om niet met de joden weggesleept te worden.
Om deze tijd zullen ook valse Christussen onder de joden opstaan, maar de ware Christenen mogen zich niet in de war laten brengen.
Aan het slot van het Evangelie spreekt Jezus weer van de ondergang van het jodendom: Zoals wij aan de vijgenboom zien, dat de zomer nabij is ( wij zouden zeggen: zoals het sneeuwklokje een voorbode is van de komende lente) zo moeten de christenen goed acht geven en letten op de voortekenen.
Ja, nog meer: bij het leven van dit geslacht nog zal Jeruzalem worden verwoest.
Wat Jezus had voorspeld, is letterlijk gebeurd en in vervulling gegaan.
In het jaar 70, dus 40 jaar na zijn dood, kwamen de Romeinen, het 10de Legioen van Titus en veroverden en verwoesten de stad en richtten een verschrikkelijk bloedbad onder de joden aan, voerden de overigen als krijgsgevangen weg en daarmee heeft het joodse volk als één geheel vormend volk opgehouden te bestaan.
Nu is echter deze geweldige gebeurtenis en dat godsgericht ook een voorspel, ja een waarborg en een voorbeeld voor het Laatste Oordeel.
Zo heeft dit ook voor ons grote betekenis.
Het middelste gedeelte van het evangelie is voor ons de hoofdzaak.
Want daar beschrijft onze Heer en Verlosser het einde van de wereld.
Eerst zegt Hij in twee beelden, hoe het einde plotseling, maar voor iedereen zichtbaar zal zijn.
Zoals de bliksem een in het donker liggend landschap in een oogwenk hel verlicht, zo zal plotseling de ‘wederkomende Heer Christus” op aarde staan, voor allen zichtbaar.
En, zoals, wanneer in het gebergte een dier sterft, zich aanstonds de gieren en roofvogels verzamelen, - zo zullen aanstonds alle volken om de Rechter verzameld zijn.
Het Laatste Oordeel komt plotseling.
En nu schildert de Heer dit in drie taferelen:
1.Het gehele zonnestelsel zal ineenstorten: "De zon zal worden verduisterd en de maan zal geen licht meer geven; de sterren zullen van de hemel vallen en de krachten der hemelen zullen worden geschokt”.
2.De Mensenzoon Jezus Christus zal op de wolken des hemels komen met grote macht en majesteit.
Dus niet als bij de eerste komst als een klein Kind, liggend in een kribbe of voederbak voor dieren. zoals we binnenkort met Kerstmis weer gedenken.
Of als de Gekruisigde op Golgotha, maar als triomferende Koning!
"Dan zal het teken van de Mensenzoon aan de Hemel verschijnen”.
Wat betekent dat?
Dat is het Kruis, een groot Kruis aan de hemel zal verschijnen”.
En dan zullen alle geslachten van de aarde weeklagen.
3. Eindelijk zendt Christus Zijn Engelen met schallende bazuinen naar de aarde en zij zullen de doden uit de graven roepen.
In het bijzonder spreekt Hij hier over de uitverkorenen, die Hij om zich heen zal verenigen, opdat zij deelnemers mogen zijn van zijn Heerlijkheid. Nu begrijpen wij het evangelie.
De Liturgie wil ons dus aansporen om iedere dag bereid te zijn om die Jongste Dag in de vorm van onze persoonlijke dood mee te maken, maar zij veronderstelt dat ons leven op aarde nog geruime tijd kan duren.
Daarom geeft ze ons een reeks lessen voor het heden mee:
In de Oratie roept ze ons wakker, uit de slaap, dat we ijveriger dan voorheen streven naar de vruchten van het goddelijk verlossingswerk.(dat is al een adventsgedachte)
- In het secreta-gebed bidden wij, dat we, van de zucht naar het aardse ontheven, onze verlangens mogen richten op de hemelse goederen.
- In het Postcommunie gebed worden we herinnerd dat we een hemelbrood bezitten, dat tevens een geneesmiddel is voor onze kwalen en zwakheden: ”Al wat slecht is in ons hart, moge door de helende kracht weer goed worden”.
Dat is voor ons een troost.
De Kerk veronderstelt niet, dat de zij die ter communie gaan engelen zijn of heiligen, maar wel zwakke mensen, die nog zondigen, die wat hun geestelijke gezondheid betreft nog steeds aan het kwakkelen zijn.
De Communie is niet een beloning voor onze deugd, maar een geneesmiddel, een middel dat ons tot HEIL strekt, opdat wij op de dag, dat de Heer wederkomt, gezond en wel, als heiligen en deugdzame mensen voor Hem zullen staan”.
"Verleen ons, smeken wij Heer, dat door de helende kracht van het Sacrament, dat wij hebben genuttigd, al het bedorven in ons hart worde genezen”.
Door CHRISTUS onze HEER.
AMEN!

H. Havee