Allen aten tot ze verzadigd waren

 
Broeders en zusters in Christus,
We lezen vandaag in het evangelie over de wonderbare broodvermenigvuldiging.
Dit verhaal kan vragen bij ons oproepen: " Is dit nu historisch gebeurd of is het een beeldverhaal”, zoals er vele momenten geschreven zijn in de bijbel niet in de eerste plaats om het historische maar meer om het feit dat het gaat om Gods belofte aan Zijn volk en de vervulling daarvan.
Als we nu zo het prachtige verhaal horen van de broodvermenigvuldiging roept dit zeer zeker herkenningspunten op, en wel met de Eucharistie.
"Christus nam de broden en de vissen, sloeg de ogen ten hemel, sprak er de zegen over uit, brak ze en gaf ze aan zijn leerlingen om ze aan de menigte voor te zetten.
"Allen aten tot ze verzadigd waren”.
Op Sacramentsdag willen wij heel bijzonder aandacht besteden aan het grote mysterie van de Eucharistie, het Heilig Misoffer.
Een Sacrament van Gods aanwezig bij uitstek. "Allen aten tot ze verzadigd waren”, zegt ons het evangelie.
De H.Thomas van Aquino zegt dit zo treffend in zijn "Lauda Sion”: " Of er nu één of duizend eten, ieder ontvangt evenveel. Hij wordt daardoor niet verteerd” .
Ieder van ons, ook al zijn wij met een ontelbare menigte, mag persoonlijk delen in het offer van Jezus Christus.
Het is een sacrament van liefde en kracht, van Christus die zich telkens weer opnieuw offert en zich aan ons geeft.
En dat, beste mensen, dreigen we nog al eens te vergeten.
Het is geen gewone maaltijd, een gezelligheidsbijeenkomst, met Jezus aan tafel.
Nee, we delen in het leven en de verrijzenis en in het lijden en de dood van de Heer.
Eucharistie is natuurlijk vieren: we vieren dat wij als mensen mogen meewerken aan de verlossing van de wereld.
We vieren een Offer, nauw verbonden met ons eigen levensoffer.
Nu denkt u misschien: waarom dan "vieren” ?
Omdat wij als christenen kunnen vieren dat lijden en dood niet het laatste woord hebben, dat het einddoel van ons leven niet uitzichtloos is, maar een begin van een nieuw Leven, waar wij mogen aanzitten aan het Bruiloftsmaal van het Lam, van de Heer zelf.
Is het dan ook niet zo verwonderlijk dat men al die eeuwen het H.Sacrament van de Eucharistie met zo grote eerbied en respect heeft omgeven en benaderd?


We zullen ons nog ongetwijfeld de prachtige sacramentsprocessies herinneren die overal in den lande werden gehouden en ook nu weer zo hier en daar in ere worden hersteld.
Prachtig als we dit grote eerbetoon aan het Allerheiligste Sacrament uitdragen naar de komende generaties.
Maar we moeten er wel voor waken dat het geen folklore gaat worden, maar een oprechte getuigenis van ons geloof, dat God onder ons tegenwoordig is.
We zijn er allemaal verantwoordelijk voor om deze waarheid door te geven.
Maar schuiven we niet vaak de verantwoordelijkheid op elkaar af?
Dat is al begonnen bij Adam, die zijn fout op Eva afschuift en ook in de tijd van Jezus was het niet anders.
De overheden nemen de boodschap die Jezus brengt niet aan en schuiven de woorden van Hem af op Beëlzebub, de vorst van de duivels.
De woorden en het optreden van Jezus Christus tast namelijk hun machtpositie aan.
Ook de verwanten en dorpsgenoten hebben ook grote moeite met Hem en Zijn woorden: " Hij is toch de zoon van een timmerman, wat denkt Hij wel? Geen enkele opleiding, waar haalt hij het vandaan?”
Wat denkt Hij wel?
Maar Jezus is overtuigd van Zijn roeping en Zijn taak, dat Hij door God gezonden is en zegt daarom tegen Zijn tijdsgenoten en ook tegen ons: " Ieder die doet wat God van hem vraagt, is mijn broeder, mijn zuster en mijn moeder”.
Jezus neemt volkomen afstand van elk overdreven voorrang geven aan bloedverwantschap.
Wij mogen allemaal zijn broeder en zuster zijn, wij moeten de mens aankijken op wat God van hem wil.
Wie zijn persoonlijke roeping voor God en mens uitdraagt, die mag zich verbonden weten met Jezus Christus.
Laten we oog houden niet alleen op het zichtbare, maar vooral op het onzichtbare, want wat wij zien gaat voorbij maar de onzichtbare dingen hebben een eeuwigheidswaarde.
Beste mensen, moge de sacramentsprocessies onze ogen gericht houden op het onzichtbare: Jezus waarachtige tegenwoordigheid onder ons in de gedaante van Brood en Wijn.
Zijn Lichaam en Bloed voor ons vergoten tot vergeving van onze zonden.
Laten wij de tradities in onze kerken aan elkaar doorgeven en levendig houden, deze bewust beleven, wetende dat deze voortvloeien uit eerbied voor het onzichtbare, voor de Onzichtbare.
 
Amen.
 
Hans Smits