439. Hoe ontstond de sociale leer van de kerk?

De kerk formuleerde haar katholieke sociale leer als antwoord op het arbeidersvraagstuk in de 19e eeuw.
De industrialisatie had weliswaar tot een vergroting van de welvaart geleid, maar daarvan profiteerden vooral de fabriekseigenaren, terwijl veel mensen als vrijwel rechteloze arbeiders een armzalig bestaan leidden.
Het communisme trok uit deze ervaring de conclusie dat er een onverzoenlijke tegenstelling bestond tussen arbeid en kapitaal, die door een klassenstrijd beslecht moest worden.
De kerk zette zich daarentegen in voor een rechtvaardige verdeling tussen de arbeiders en de fabriekseigenaren.
 
De kerk zette zich ervoor in dat niet langer slechts enkelen, maar allen konden profiteren van de welvaart die mogelijk was geworden door de industrialisering en de concurrentie.
Ze ondersteunden daarom de vorming van vakbonden en gebruikte haar invloed om te zorgen dat de arbeiders door middel van wetten en verzekeringen beschermd werden tegen uitbuiting en dat zij en hun families een verzekerd inkomen hadden in geval van ziekte en andere noodgevallen.