Thans ken ik slechts ten dele

 
Broeders en zusters in Christus,
Als we spreken over de goddelijke Drievuldigheid, gaat het ons duizelen, krijgen wij te maken met een groot mysterie die ons menselijk bevattingsvermogen ver te boven gaat.
Toch vraagt men zich af wat deze puzzel van Drie, die één zijn, en Eén, die toch drie is, te betekenen heeft.
Het zou toch veel gemakkelijker zijn te geloven in een God die alleen maar één Persoon is?
Ja, het antwoord is eigenlijk heel eenvoudig.
De Kerk gelooft niet in de Drie-eenheid omdat zij zo graag van ingewikkelde dingen houdt, maar omdat Gods waarheid ons door Christus zo is geopenbaard.
De moeilijkheid om dit mysterie te begrijpen is juist een goed argument vóór en niet tegen de waarheid te zijn.
Ik denk dat ook niemand dit uit zichzelf zou kunnen uitdenken.
Het gaat om een hoogverheven Goddelijke Liefde die voor ons niet te bevatten is.
De apostel Paulus schrijft : "de hoop in ons moet leven en die niet teleurgesteld zal worden vanwege de liefde Gods die in ons hart is uitgestort door de Heilige Geest die ons werd geschonken”.
In het evangelie van deze zondag ligt vooral de nadruk op de Heilige Geest, die ons de volle waarheid zal brengen en zijn Vader, Zoon en Heilige Geest verenigd.
Het brengt ons tot de waarheid, Gods Drievuldigheid is de waarheid en alleen in nederig en gehoorzaam geloof kunnen wij dit aanvaarden.
Laten we daarom ook niet proberen in woorden samen te vatten wat dit grote geheim van ons geloof is, maar dankbaar zijn voor Gods Openbaring. God is één en al liefde en wij mogen Christus hierin delen uit de kracht van de Heilige Geest.


Beste mensen, wat kunnen we nog meer wensen?
Maar is het niet dat juist in onze tijd de wereld en de samenleving vaak van ons vraagt om ons groot te maken en te streven naar eer en aanzien, naar macht en allerlei vormen van gemak en genot, terwijl ons geloof in het mysterie van de Drie-eenheid om nederigheid, gehoorzaamheid vraagt en vooral geloof en daardoor aanvaarding.
Want wanneer kennen we eigenlijk iemand goed?
Misschien moeten we dan, om tot een antwoord te komen, eerst de vraag anders stellen: Wanneer kennen wij onszelf?
Hiervoor moeten we heel wat wetenschappelijk onderzoek doen en dan blijft nog dit kennen slecht stukwerk, zoals St.Paulus dit schrijft in zijn brief aan de christenen van Korinte: "Thans ken ik slechts ten dele, maar dan zal ik ten volle kennen zoals ik zelf gekend ben”.
Want, laten we eerlijk zijn, hoe vaak verbazen wij in ons doen en laten niet onszelf?
Gelovig gezien leren wij onszelf pas echt goed kennen door God die ons geschapen heeft.
Hij is de Schepper die ons heeft gemaakt.
Daarom zullen wij onszelf pas echt leren kennen, wanneer wij voor God zullen verschijnen.
Wij, die geschapen zijn naar Zijn beeld en gelijkenis hebben de mogelijkheid de liefde die God zelf is te kennen, ook al is het in geloof en niet zonder de beproevingen die ons in dit leven overkomen waardoor wij hoop moeten houden.
Het is de weg die Christus zelf is gegaan om Gods liefde te laten overwinnen over de macht van den Boze die ons steeds weer laat twijfelen over God die liefde is, maar dat is juist de weg van het kruis.
Om de beproevingen en lijden in ons leven te bewijzen hoeven we geen enkele moeite te doen, dat overkomt ons in het leven, maar dat dit ons met God kan verenigen, dat is niet zo eenvoudig.
En juist daarvoor heeft God ons de Heilige Geest geschonken.
"Het is de Heilige Geest die ons tot de volle waarheid zal brengen”, lezen we in het evangelie en die volle waarheid leert ons dat zuivere en echte liefde op aarde, de goddelijke liefde zelf, alleen gekend kan worden door lijden en dood heen.
Gods drievuldige liefde vernieuwt ons telkens weer door ons op te nemen in Zijn eigen oneindige liefde.
Een liefde die groter is dan ons verstand kan begrijpen.
Daarom is het goed dat we door Jezus Christus, de mensgeworden Zoon van God, die de macht van zonde en dood heeft overwonnen, in staat zijn om binnen te gaan in die liefde.
Amen.
 
Hans Smits