383. Waarom is abortus in geen enkele ontwikkelingsfase van een embryo acceptabel?

Het door God geschonken leven is Gods directe eigendom.
Het is vanaf het eerste ogenblik heilig en niet voor de mens om over te beschikken.
‘Voordat ik je vormde in de moederschoot, had ik je al uitgekozen, voordat je de moederschoot verliet, had ik je al aan mij gewijd, je een profeet voor alle volken gemaakt’ (Jer. 1, 5).
 
God alleen is Heer over leven en dood.
Zelfs ‘mijn’ leven is niet mijn eigendom.
Ieder kind heeft van de conceptie af aan het recht om te leven.
Vanaf het allereerste begin is de ongeboren mens een eigen persoon met rechten die niemand mag schenden, geen overheid, geen arts en ook geen moeder.
Het feit dat de kerk hier zo duidelijk over is, is geen gebrek aan barmhartigheid, veeleer wil ze wijzen op de onherstelbare schade die het onschuldig gedode kind, zijn ouders en de hele samenleving wordt aangedaan. De bescherming van het onschuldige leven behoort tot de belangrijkste taken van de overheid.
Wanneer de overheid die taak niet op zich neemt, ondermijnt ze zelf de fundamenten van de rechtsstaat.