250. Wat verstaat de kerk onder het Wijdingssacrament?

De priesters van het ouder verbond beschouwden het als hun taak te bemiddelen tussen het hemelse en het aardse, tussen God en zijn volk.
Omdat Christus de enige ‘bemiddelaar tussen God en mensen’ (1 Tim. 2, 5) is, heeft hij dit priesterschap voltooid en beëindigd.
Na Christus kan een priesterschap alleen nog in Christus bestaan, in Christus’ offer aan het kruis en door Christus’ roeping en apostolische zending.
 
Een katholieke priester die de Sacramenten bedient, handelt niet uit eigen kracht of morele volmaaktheid (die hij vaak helaas niet bezit), maar in ‘persona Christi’.
Door zijn wijding ontvangt hij de veranderende, helende, reddende kracht van Christus.
Omdat een priester niets van zichzelf heeft, is hij vooral een dienaar.
Het herkenningsteken van iedere echte priester is daarom een deemoedige verwondering over zijn eigen roeping.