141. Welke taak heeft de paus?

Als opvolger van de heilige Petrus en hoofd van het college van bisschoppen staat de paus garant voor de eenheid van de kerk.
Hij heeft de hoogste pastorale volmacht en het hoogste gezag in beslissingen over disciplinaire maatregelen en omtrent de geloofsleer.
 
Jezus gaf Petrus een unieke voorrangspositie onder de apostelen, waardoor hij de hoogste autoriteit in de oerkerk werd.
Rome, de plaatselijke kerk die Petrus leidde en de plaats van zijn martelaarschap, werd na zijn dood het innerlijke oriëntatiepunt van de jonge kerk.
Met Rome moest iedere gemeente overeenstemmen; dat was de maatstaf van het juiste, volledige en onvervalste apostolische geloof.
Tot op vandaag is iedere bisschop van Rome, net als Petrus, opperste herder van de kerk, waarvan het eigenlijke hoofd Christus is.
Alleen in die functie is de paus 'plaatsvervanger van Christus op aarde'.
Als hoogste autoriteit in zielzorg en leer waakt hij over de onvervalste overlevering van het geloof.
Zo nodig moet hij leeropdrachten intrekken of gewijde ambtsdragers bij zware misstappen in geloofs- en zedenvragen uit hun ambt ontheffen.
De eenheid in geloofs- en zedenvragen, die gegarandeerd wordt door het leerambt, met aan het hoofd de paus, maakt deel uit van het weerstandsvermogen en de uitstraling van de katholieke kerk.