Na mij komt Hij, die sterker is

Broeders en zusters in Christus,
 
Op weg naar kerstmis ontmoeten wij vandaag voor de tweede keer Johannes de Doper.
Zijn bijdrage in deze adventstijd is belangrijk.
Vorige week een roep door hem met de woorden van Jesaja, vandaag krijgt hij zelf het woord.
En dat liegt er niet om.
Johannes zet ons vanavond aan het denken.
Zijn preek schudt gewetens wakker die in slaap zijn gesust.
Hij schokt de zelfverzekerdheid, hij waarschuwt, dat mensen zich dingen toe eigenen ten koste van anderen en dat vanzelfsprekend vinden.
Voor kerst prikkelt Johannes de Doper ons geweten, hij roept op tot ommekeer.
 

Als antwoord op verschillende vragen van zijn toehoorders geeft hij hun duidelijk richtlijnen voor het leven van alle dag aan.
Hij vroeg de mensen voedsel en kleding te delen, niemand iets afpersen, tevreden zijn met het weinige dat je krijgt.
Heel vreemd toch?
We horen hier een Blijde Boodschap met allerlei vermaningen, hoe kun je hier nog blij van worden?
Hoe vaak, beste mensen, wordt dit ook niet over de Kerk gezegd?
Hoe kan haar verkondiging nu iets te maken hebben met de Blijde Boodschap?
We mogen toch heel veel dingen niet en moeten zoveel doen.
Staat die Kerk onze vreugde en dankbaarheid niet in de weg?
Maar daar zit het nu juist in: wat versta je onder vreugde?
Is het de vreugde die vervuld moet worden met onze eigen wensen en verlangens of gaat het juist om de vreugde en vrede die de Heer ons schenkt als Zijn kinderen?
Gaat het om wat er hier is of wat er komen gaat, als wij God mogen ontmoeten.
Johannes was een groot man, misschien leek hij zelfs wel op de Messias, maar hij geeft hier een duidelijk antwoord op: "Na mij komt Hij, die sterker is”.
Die sterkere Jezus van Nazareth, wiens naam betekent "God die redt ", Hij is de Messias, de Bevrijder.
Die Jezus van Nazareth, door de Geest gedreven en gaat tot het uiterste.
Ook ons geeft Hij die H.Geest, om in de kracht van Christus een bevrijdend mens te worden.
Dat is de vreugde die in ons leeft, dat is de vreugde voor deze 3e adventszondag. "Gaudete ", verheug u in de Heer ten aller tijde.
Wij mogen al een beetje vooruit kijken, naar kerstmis, de geboorte , de komst van de Messias, Hij is nabij.
Maar daarbij mogen wij natuurlijk niet de realiteit vergeten van de woestijn.
Want Johannes de Doper staat nog steeds in de woestijn en hij spaart niemand .
En net als Johannes moeten wij wachten, want in de liturgie is het geen uur eerder kerstmis.
Niet zoals in de wereld, waar al half november, al ver voor Sinterklaas de kerstversiering in de winkels ligt.
Dat gaat alleen maar om de sfeer, niet om het eigenlijke feest, niet om de Blijde Boodschap en niet om de geboorte te vieren van het kerstkind. Nee, wij moeten het tot de tijd, tot de avond van 24 december het doen met de aankondiging die Johannes ons geeft.
De kerk wenst dat wij verlangend uitzien, dus niet doorweekt met franje en romantiek, maar door stilte en gebed, de komst van de Heer afwachten. Wat kunnen wij, wachtend en verlangend doen?
Niet in zak en as gaan zitten, met een bedroefd gezicht, maar met vreugde uitzien.
Vreugde, klinkt het, want de Heer is nabij.
Hij leert ons en laat ons zien, dat het geen kwestie is van nemen en pakken, maar van geven.
En wat we moeten geven, beste mensen, is in ons hart, in onze handen.
Ja, wij lijken op Maria, want wat wij moeten doen is Hem, Jezus de Messias, in deze wereld brengen, dat is onze christelijke opdracht.
Dat kan door de ontmoeting met mensen, een goed gesprek, of een troost voor iemand die verdriet heeft.
En Johannes zegt ons vandaag: "gewoon doen wat je moet doen, doen wat je hart je ingeeft”.
En daarvoor hoeven wij eigenlijk niets bijzonders te doen.
We moeten gewoon de gaven ontdekken die in ons zijn en die gebruiken.
Hij zal u dopen met de H.Geest en vuur, zegt Johannes.
Hij zal ervoor zorgen dat we mensen van God kunnen zijn.
De geest zal verwijderen alles wat verduistert en verbergt.
En zo kunnen wij met vreugde het Kerstfeest tegemoet gaan en die vreugde delen met de ander.
Want, beste medegelovigen, gedeelde vreugde, is dubbele vreugde.
 
Amen.
 
Hans Smits