91. Wat betekende het dat Jezus wonderen verrichtte?

De wonderen die Jezus verrichtte, waren tekenen van het naderende Koninkrijk van God.
Ze waren uitdrukking van zijn liefde van de mensen en bevestigden zijn zending.
 
Jezus' wonderen wilden geen magische voorstelling van Jezus zelf geven.
Hij was vol van de macht van de verlossende liefde van God.
Met wonderen toonde Hij dat Hij de Verlosser was en dat het Koninkrijk van God bij Hem begon.
Je kon voelen dat er een nieuwe wereld aanbrak: Hij bevrijdde mensen van honger (Joh. 6:5-15), onrecht (Luc. 19:8), ziekte en dood (Mat. 11:5).
Met het uitdrijven van duivels begon Hij zijn strijd tegen de 'heerser van deze wereld' (Joh. 12:31 ; daarmee wordt Satan bedoeld).
Toch verwijderde Jezus niet alle kwaad en ongerechtigheid uit de wereld.
Zijn voornaamste doel was mensen uit de slavernij van de zonde te bevrijden.
Voor Hem was het geloof het allerbelangrijkste en dat bewerkstelligde Hij ook door zijn wonderen.