H.H. Christhophorus Magallaen en gezellen
Op 21 mei worden tweeëntwintig wereldheren en drie leken herdacht die het slachtoffer werden van de kerkvervolgingen aan het eind van de jaren twintig van de 20e eeuw in México. |
*1875; pastoor in Unión de Tula; gearresteerd en opgehangen
Luis Batis Sainz
*1870; pastoor; jeugdaalmoezenier; met drie leken (zie onder: nrs 23-25) gearresteerd en doodgeschoten
Mateo Correa
*1866; pastoor te Valparaíso; tijdens bediening opgepakt; kreeg van generaal Ortiz toestemming bij ter dood veroordeelden biecht te horen. Toen hij biechtgeheim niet wenste te schenden door de generaal persoonlijk doodgeschoten
Justino Orona Madrigal
*1877; pastoor; oefende met zijn kapelaan Cruz clandestien zielzorg uit; ze werden verraden; door de naderende soldaten doodgeschoten, toen hij ze begroette met de kreet: "Leve Jezus Christus!”
Atilano Cruz Alvarado
*1901; kapelaan bij Justino Madrigal.
Miguel de la Mora
*1874; plebaan in de kathedraal van Colima; werd gedwongen een schismatieke kerk te beginnen; nam de vlucht om eraan te ontkomen; op de vlucht doodgeschoten, terwijl hij zijn moordenaars zegende.
Pedro Esqueda Ramírez
*1874; kapelaan in het Mariabedevaartoord Jalisco; gearresteerd en vier dagen gepest.
Margarito Flores
*1899; pastoor; wist zijn arrestatie te ontlopen; dook onder in México-City; bleef pastoraal actief; in juni ’27 gearresteerd; vrijgelaten, maar op weg naar zijn nieuwe standplaats doodgeschoten
José Isabel Flores
*1866; pastoor; econoom van het bisdom; stichtte een zustercongregatie; kende geen angst tijdens de vervolging; op weg naar een mis door voormalig seminarist verraden; gearresteerd en omgebracht.
David Galván Bermúdez
*1881; pastoor; stond tijdens gevechten van het leger gewonden en stervenden terzijde; door soldaten te pakken gekregen en doodgeschoten
Pedro de Jesús Maldonado
*1892; pastoor, in 1931 gearresteerd; uitgeweken naar de V.S.; na terugkeer in zijn pastorie opgepakt; op het stadhuis van San Isabel zo hard geslagen door de burgemeester zelf dat hij er het leven bij liet.
Jesús Mendez Montoya
*1880; pastoor in Valtierilla; opgepakt toen hij de mis deed; doodgeschoten
Sabas Reyes Salazar
*1883(1889?); kapelaan; drie dagen hardvochtig gefolterd omdat hij niet wou zeggen waar zijn pastoor zat ondergedoken; doodgeschoten
José Maria Robles
*1888; pastoor; stichtte een zustercongregatie; aalmoezenier van de pers; bij een razzia opgepakt, even buiten zijn standplaats aan een boom opgehangen
Toribio Romo Gonzáles
*1900; pastoor in Tequila; in zijn schuilplaats opgepakt; doodgeschoten
Jenaro Sanchez
*1866; pastoor; op weg naar pastorale bestemming in zijn parochie aangehouden; opgehangen
David Uribe Velasco
*1888; pastoor; gearresteerd en ter dood veroordeeld; vrijgelaten op voorwaarde dat hij een schismatieke geloofsgemeenschap wilde leiden; antwoordde: "Ik ben bereid mijn leven te geven voor de trouw aan de paus.”
Tranquilino Ubiarco
*1899; zeer sociaal ingestelde pastoor; richtte gaarkeuken op; aalmoezenier van de pers; opgehangen aan een eucalyptusboom
Drie lekenassistenten van pastoor Luis Batis Sainz
Salvador Lara Puente
*1905; met zijn broer David Roldán naaste medewerker van pastoor Luis Batis Sainz; tegelijk met hem doodgeschoten; 21 jaar oud
Manuel Morales
* 1898; echtgenoot en vader van drie kinderen; bakker; lid van de Kath. Actie; voorzitter van de Vereniging ter Bescherming van de Godsdienstvrijheid; met zijn pastoor doodgeschoten
David Roldán Lara
*1907; arbeider in de kopermijnen; lid van de Kath. Actie; vice-voorzitter van de Vereniging ter Bescherming van de Godsdienstvrijheid; met zijn pastoor doodgeschoten; stierf 19 jaar oud - met de kreet op zijn lippen: "Leve Christus Koning en de Heilige Maagd van Guadelupe!” (1531; feest 12 december)