Kerstmis

 
De Kersttijd is de herdenking van de geboorte van Jezus.
De Kersttijd begint met het avondgebed aan de vooravond van Kerstmis tot en met de zondag na Epifanie of na 6 januari.
Het kerstfeest zelf werd pas in de loop van de jaren 300 na Christus ingevoerd.
De historische datum van Jezus is niet bekend.
Toch wordt op 25 december de geboorte van Jezus gevierd.
De symboliek van de kortste dag, de wende naar de periode van het licht werd dankbaar gebruikt om deze datum vast te stellen.
Zo is de Kerstmis (afkomstig van Christusmis) het feest van de geboorte van Jezus in een stal in Bethlehem.

De geboorte van Jezus (Lc. 2, 1-20)

De geboorte van Jezus is reden voor een Zalig Kertsfeest. Het Kerstfeest wordt niet alleen op de ons bekende Eerste en Tweede Kerstdag gevierd. Het krijgt in de katholieke kerk een achtdaagse viering, het zogenaamde Kerstoctaaf. De liturgische kleuren zijn wit. Op de achtste dag van het Kerstoctaaf wordt het Kerstfeest afgesloten met het hoogfeest van Maria, de Moeder van God gevierd. Dit hoogfeest valt op 1 januari. In de Kerstoctaaf is ook opgenomen het Feest van de Heilige Familie (Jezus, Maria en Jozef) op de zondag onder de octaaf van Kerstmis, of op 30 december.

[1] In die dagen vaardigde keizer Augustus een decreet uit dat de hele wereld zich moest laten registreren. [2] Deze* eerste registratie vond plaats toen Quirinius gouverneur van Syrië was. [3] Allen gingen op weg om zich te laten inschrijven, ieder in zijn eigen stad. [4] Zo ook Jozef; hij ging van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad* van David, Betlehem genaamd, omdat hij uit het huis van David stamde, [5] om zich te laten inschrijven, samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was.


[6] Terwijl ze daar waren kwam voor haar de tijd dat ze moest bevallen, [7] en ze baarde een zoon, haar eerstgeborene; ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voerbak, omdat er geen plaats voor hen was in het gastenverblijf*. [8] Er* waren daar in de buurt herders, die in het veld overnachtten om de wacht te houden bij hun kudde.

[9] Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en de heerlijkheid van de Heer omstraalde hen. Ze schrokken hevig. [10] Maar de engel zei: ‘Schrik niet, want ik heb een goede boodschap voor u, een grote vreugde voor* het hele volk. [11] Vandaag is in de stad van David uw redder geboren; Hij is de Messias, de Heer. [12] Dit is het teken voor u: u zult een kind vinden dat in doeken is gewikkeld en in een voerbak ligt.’ [13] Plotseling was er bij de engel een heel leger uit de hemel; ze loofden God met de woorden: [14] ‘Glorie aan God in de hoogste hemel, en op aarde vrede onder de mensen in wie Hij een welgevallen heeft.’


[15] Toen de engelen weer van hen waren weggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Kom, we gaan naar Betlehem om te zien wat er is gebeurd en ons door de Heer is bekendgemaakt.’ [16] Haastig gingen ze erheen en vonden Maria en Jozef, en het kind dat in de voerbak lag. [17] Toen ze het zagen, maakten ze bekend wat hun over dit kind was gezegd.

[18] Allen* die het hoorden stonden verbaasd over wat hun door de herders werd gezegd. [19] Maria bewaarde dit alles in haar hart en dacht erover na. [20] De herders keerden terug. Zij verheerlijkten en loofden God om alles wat zij hadden gehoord en gezien; het kwam overeen met wat hun was gezegd.


De bijbeltekst in deze uitgave is ontleend aan de Willibrordvertaling,
© Katholieke Bijbelstichting, 's-Hertogenbosch, 1995.