Hoe wordt een mens katholiek?

 

Hoewel ik lang heiden ben geweest, kwam ik op sommige momenten in aanraking met het geloof. Ik herinner mij dat er, toen ik een jaar of achttien was, een televisieprogramma was over Godfried Bomans in gesprek met zijn broer en zuster, die beiden kloosterling waren geworden. Dat maakte zo’n indruk op me dat ik bij mezelf dacht: als God bestaat, wil ik ook monnik worden. Ik kwam destijds echter tot de conclusie dat God waarschijnlijk niet bestaat. Ik moet hier aan denken, omdat ik onlangs een monnik sprak, die op een moment in zijn leven hetzelfde had gedacht en die vervolgens daadwerkelijk is ingetreden.
Ik echter heb een werelds en zondig leven geleid, hoewel ik doorgaans wel binnen de grenzen van de aardse wetten ben gebleven. Ik kon God niet met mijn verstand vatten en daarom leek het christendom mij meer iets voor de minder ontwikkelden en andere sukkelaars. Ik was een kind van de (post)moderne tijd. Dat wil zeggen: als je goed over de dingen nadenkt, dan zie je dat er geen echte, eeuwige waarheden bestaan, maar dat alle overtuigingen hun geschiedenis en oorzaak hebben. Je moet de dingen toetsen aan de rede en je moet je realiseren dat iedereen zijn eigen subjectieve waarheid heeft. Of om met Pontius Pilatus retorisch te vragen: Wat is waarheid?

Zo kun je dus alles wat waar, schoon en goed is ontleden en vervolgens stuk redeneren. Dat is wat er tegenwoordig alom gebeurt.
Af en toe waren er echter kleine impulsen in mij die iets anders aangaven. Er was op enig moment bij mij in de buurt een Mariakapel waar ik soms zomaar ging bidden. Het stond volkomen los van de rest van mijn leven en ik praatte er ook met niemand over. En dit ging ook weer voorbij.
Naarmate ik ouder werd, werd mijn onvrede met de huidige maatschappij groter. Consumentisme, groeiend onfatsoen, de dictatuur van de markt en dus van de massa, doorgeschoten individualisme en gelijkheidsdenken. Er is in vijftig jaar zeker wel iets ten goede veranderd, maar er is in de wereld vooral veel ontspoord en afgebroken. Socialisme en kapitalisme werken daarbij hand in hand en de duivel is de lachende derde. Vandaar uit ging ik mij verdiepen in boeken van denkers die in de traditie staan en er ging een wereld voor me open. Ik zag niet alleen wat er allemaal vernield is, maar ook hoe je anders en constructiever tegen de dingen aan kunt kijken. Van het een kwam ik op het ander en op een gegeven moment las ik de Belijdenissen van Augustinus. In eerste instantie vond ik zijn totale gerichtheid op God wat overdreven, maar toch bleef hij me fascineren. Ook Thomas van Aquino, de kerkleraar die filosofie en christendom verenigde, heeft zijn steentje bijgedragen.
Daarnaast gebeurden er dingen in mijn persoonlijk leven. Omdat mijn vrouw van huis uit katholiek is, bezochten we uit nostalgie eens een H. Mis. Het evangelie ging heel toepasselijk over de verloren zoon. Tijdens de dienst werd ik van toeschouwer deelnemer, hoewel ik nog niet te communie ging. In mijn werk maakte ik een betrekkelijk kleine fout, waardoor er echter wel een project uit de hand liep. Door deze onvolmaaktheid opende mijn hart zich opeens voor het begrip zonde. In tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, is zondebesef niet alleen neerdrukkend, maar evenzeer bevrijdend. Het stelt je namelijk open voor genade en vergeving. Het balletje ging nu rollen: de maatschappij is niet maakbaar, de (erf)zonde is niet alleen van deze tijd en ik zie nu in dat ook ikzelf tekort schiet. Toch kan de wereld niet volkomen zinloos zijn. Zou dan toch niet…..
Nu bleek me wel dat je geen afstand van je verstand hoeft te doen om in God te geloven. Toch is geloven geen mensenwerk. Het is mij allemaal aangereikt door de H. Geest. Het enige dat ik gedaan heb, is mij openstellen. En dat openstellen doe ik niet alleen met mijn verstand, maar evenzeer of misschien nog wel meer met mijn hart. Want geloven is geen kwestie van boeken lezen, al kan dat je geloof wel verdiepen. Christus vraagt van ons dat we als de kinderkens worden, dat we ons in alle eenvoud en naïviteit overgeven. Zie het voorbeeld van de heilige pastoor van Ars.
Na deze eerste ervaringen, zo’n 2½ jaar geleden, heeft het stekje dat er geplant is tijd nodig gehad om te groeien en dat ging niet altijd eenvoudig. Regelmatig dacht ik nog: dit is te gek voor woorden, ik stop ermee. Maar telkens hielp de Heer me weer op de been. Een bezoek aan Rome en aan de heiligdommen van St. Franciscus in Umbrië gaven verdere inspiratie, evenals bijeenkomsten, retraites en studie. Mijn vrouw is daarbij een trouwe gezellin geweest. Zodat ik me op een dag afvroeg, waarom ik nog steeds een halfbakken katholiek was. Ik was ooit gedoopt, maar nooit gevormd, en we waren alleen voor de wet getrouwd, voor wat dat tegenwoordig waard is.
Het vinden van een parochie was nog geen sinecure. Van de vaak wat slordige en ongeïnspireerde vieringen in mijn omgeving werd ik niet blij. Wel voel ik mij sterk betrokken bij een klooster in de buurt, maar het is niet mogelijk om daar het Vormsel te ontvangen of het Huwelijk te sluiten. Ik kende pastoor Smits van de meditatievieringen in Schalkhaar en zo werd de link met de Lambertus gelegd. Na enkele gesprekken was wel duidelijk dat ik rijp was voor het H. Vormsel en wij beiden voor het sacrament van het Huwelijk. In de formele stappen die nog gezet moesten worden heeft de pastoor ons met raad en daad ondersteund.
Er is alle reden om God dankbaar te zijn, Maria die destijds mijn gebed aan de Heer heeft voorgelegd en de mensen door wie Hij gewerkt heeft. Bekleed u met de nieuwe mens, zegt Paulus, en zo ervaar ik het ook: een nieuwe start die ik zomaar mag maken, terwijl ik er niet eens om heb durven vragen. Deo gratias.

Karel Thomas